Eucharistievieringen
Het openingslied
’Een goed begin is het halve werk’, zegt een bekend spreekwoord. Dit is zeker ook van toepassing op het begin, de openingsritus, van een Eucharistieviering. De verzamelde gelovigen, van verschillende herkomsten met totaal verschillende achtergronden, dienen aan het begin van de viering een gemeenschap te gaan vormen, het volk Gods. Lees verder: Het openingslied
De antwoordpsalm
“Er wordt wel ooit beweerd dat de vernieuwing van de liturgie nergens zo geslaagd mag heten als in de keuze van de antwoordpsalmen.” Dat schreven Cees Janssens en Nico Wesselingh OSB twintig jaar geleden in het veertiende deeltje van de serie ’Liturgische Handreikingen’, uitgegeven door het bisdom Breda.
De liturgische praktijk in tal van onze parochies en geloofsgemeenschappen wijst uit dat deze boodschap lang niet overal is aangekomen: in veel kerken wordt in plaats van de antwoordpsalm nog altijd een strofisch (devotie-) lied gezongen. Alle reden dus om extra aandacht te wijden aan dit belangrijke onderdeel van de Woorddienst. Lees verder: De antwoordpsalm
De halleluia-acclamatie
Bij veel vieringen in onze kerken is deze acclamatie vóór het evangelie nog minder dan een ondergeschoven kind: zij wordt vaak gewoon weggelaten! Dat is toch wel heel jammer, want men laat dan de gelegenheid voor een waardevol liturgisch moment aan zich voorbijgaan, een moment waarop voor de deelnemers aan de viering zowel iets te zien, te horen, te ruiken als te doen valt. Zo’n uitgelezen kans voor een echt actieve deelname aan een viering zou je toch altijd moeten benutten. Lees verder: De halleluia-acclamatie
De geloofsbelijdenis
Móet dat nou, na de preek zo’n loodzware tekst zeggen of zingen? Deze verzuchting zal ongetwijfeld regelmatig worden geslaakt door menig liturgist en kerkmusicus, verantwoordelijk voor de voorbereiding van een zinvolle en inspirerende zondagsviering.
Deze twijfel aan de zin van een officiële geloofsbelijdenis in de zondagse eucharistieviering leidt in verscheidene parochiekerken tot het eenvoudig weglaten ervan, de vervanging door een al dan niet strofisch ’evangelielied’ of door een zelfgemaakte ’geloofsverklaring’.
Alle reden om eens na te denken over functie en vormgeving van de geloofsbelijdenis in onze vieringen. Lees verder: De geloofsbelijdenis: vreemd element of zinvol onderdeel?
De offerande
Als we de periodiek verschijnende Koorinformatie, een uitgave van Gooi en Sticht, doorbladeren, zullen we bij de Nederlandse gezangen tevergeefs zoeken naar suggesties voor een offerandezang. Wél worden er voorstellen gedaan voor liederen bij het evangelie, waarover in het Algemeen Statuut van het Romeins Missaal in het geheel niet gesproken wordt. Ook in een veel gebruikte bundel als ’Gezangen voor Liturgie’ (GvL) zoeken we vrijwel tevergeefs naar specifieke offerandeliederen. Lees verder: Zingen tijdens de offerande
De communie
Van de liederen die gezongen worden tijdens een Eucharistieviering, heeft de communiezang letterlijk de oudste papieren. Er bestaan teksten uit de derde eeuw van hymnen die gezongen werden tijdens het naderen van de gelovige gemeenschap tot de tafel van de Heer. In de vierde eeuw werden op deze plaats in de viering al psalmen gezongen, waarbij allen het refrein meezongen. In een commentaar op psalm 34 wijst Augustinus erop dat deze psalm bij uitstek geschikt is om tijdens de communie te zingen, in het bijzonder vanwege de verzen 6 (“Nadert Hem en u zult vervuld worden van zijn licht”) en 9 (“Proeft en ziet hoe goed de Heer is”). Lees verder: Zingen tijdens de communie
De slotriten
De slotriten van een eucharistieviering vormen een tegenhanger van de openingsriten. Zoals we gezien hebben in het artikel over het openingslied zijn de openingsriten bedoeld om de verzamelde gelovigen, van verschillende herkomst en met totaal verschillende achtergronden, te vormen tot een gemeenschap: het volk Gods. Na de slotriten gaat dit volk Gods weer uiteen, ieder naar zijn of haar eigen plaats in de samenleving om daar uit te dragen wat in het afgelopen uur is gevierd. Lees verder: De slotriten: einde én begin
Woord- en communievieringen
Veel dirigenten ervaren in de praktijk dat het soms moeilijk is om koorleden te motiveren voor woord- en communievieringen. Dit komt voor een deel voort uit vooroordelen bij de koorleden ten aanzien van zulke vieringen, voor een ander deel uit onbekendheid met deze vorm van liturgie. Het is ook mogelijk dat er koorleden zijn met negatieve ervaringen bij woord- en communievieringen, voortvloeiend uit de keuze van gezangen en liederen: minder aansprekend en minder uitdagend dan het repertoire dat gebruikt wordt bij eucharistievieringen. Dit laatste hoeft echter helemaal niet het geval te zijn. Lees verder: Woord- en communievieringen: een uitdaging
Vesperdiensten
De oorsprong van het getijdengebed, waarvan de versperdienst een onderdeel is, moeten we zoeken in de oudtestamentische joodse gebedsliturgie van het dagelijkse avond- en morgengebed. Daarbij dienen we wel in het oog te houden dat voor de joden de dag ’s avonds begint. De nacht is het beeld voor lijden en dood. Met de dageraad begint het nieuwe leven. Het wordt pas licht door het donker heen. Deze twee belangrijke momenten, het vallen van de avond en het aanbreken van de nieuwe dag, worden al vanouds gemarkeerd door het avond- en morgengebed. Lees verder: Vesperdiensten: nieuw perspectief voor een oud gebed
De acclamatie
Als een begaafd spreker een gloedvolle rede houdt, wordt hij of zij regelmatig onderbroken door applaus. Boven het applaus uit hoor je soms mensen luid ’bravo!’ roepen, alsof het applaus alleen nog niet genoeg is. Zo’n spontane uitroep om bijval uit te drukken met een spreker, noemen we een acclamatie. Een acclamatie kan ook gewoon uiting geven aan blijdschap of vreugde. Lees verder: De acclamatie