Veel dirigenten ervaren in de praktijk dat het soms moeilijk is om koorleden te motiveren voor woord- en communievieringen. Dit komt voor een deel voort uit vooroordelen bij de koorleden ten aanzien van zulke vieringen, voor een ander deel uit onbekendheid met deze vorm van liturgie. Het is ook mogelijk dat er koorleden zijn met negatieve ervaringen bij woord- en communievieringen, voortvloeiend uit de keuze van gezangen en liederen: minder aansprekend en minder uitdagend dan het repertoire dat gebruikt wordt bij eucharistievieringen. Dit laatste hoeft echter helemaal niet het geval te zijn.
Adriaan van Roode
Oorspronkelijk verschenen in Jubilate september 2006
Feit is dat het steeds groter wordend tekort aan priesters er onvermijdelijk toe zal leiden dat in de nabije toekomst in veel parochies en geloofsgemeenschappen een wekelijkse eucharistieviering niet meer mogelijk zal zijn. Als je in die omstandigheden als koor een woord- en communieviering beschouwt als een soort surrogaat-eucharistieviering, heb je de slag al bij voorbaat verloren. In dat geval is het heel begrijpelijk dat koorleden en parochianen verstek laten gaan.
Eigen waarde van een woord- en communieviering
Het klinkt paradoxaal, maar de oorsprong van de woord- en communieviering moet gezocht worden in de wens van de gelovigen om eucharistie te vieren, een wens die door het ontbreken van een priester niet kan worden vervuld. Het is daarom van belang dat altijd het verband wordt gelegd tussen woord- en communievieringen en een eucharistieviering die eerder en mogelijk op een andere plaats is gehouden. De viering kan worden gezien als een vervolg op de voorafgaande eucharistieviering. Van de andere kant moet voorkomen worden dat er verwarring ontstaat. Daarom is een eigen vormgeving van cruciaal belang.
Eigen orde van dienst
Woord- en communievieringen dienen een eigen, vaste orde te hebben met een direct herkenbare structuur, zodat de gelovigen weten wat ze vieren. Zo wordt ook bereikt dat ook mensen die niet wekelijks deelnemen aan vieringen zich geen vreemde voelen. Hetzelfde geldt voor mensen van een andere parochie of geloofsgemeenschap.
Deze orde van dienst moet duidelijk verschillen van die van een Eucharistieviering. Een aantal elementen valt in ieder geval al weg. Zo is er uiteraard geen Eucharistisch gebed, dus gezangen als het ‘Heilig, heilig’ en het ‘Lam Gods’ kunnen niet gezongen worden. Het bidden van een communiegebed in plaats van het eucharistisch gebed is zonder meer verwarrend voor de gelovigen en dienst dus beter achterwege te worden gelaten. Bij een eucharistieviering maakt de collecte deel uit van de offergang.
In een woord- en communieviering is er geen sprake van een offergang. De collecte in zo’n viering kan het beste plaatsvinden aan het eind van de dienst. Ook alweer om de woord- en communieviering een eigen karakter te geven, kan men het ‘Heer ontferm U’ en de hymne ‘Eer aan God’ beter vervangen door een Kyrie-litanie en een (andere) lofzang. Een uitgelezen mogelijkheid om het repertoire van het koor te vergroten!
Model voor een Woord- en Communieviering
Openingsritus
Openingslied
Begroeting en inleiding
Kyrie-litanie (bv. GvL 211 t/m 218)
Lofzang
Openingsgebed
Viering van het woord
Eerste lezing
Antwoordpsalm
Tweede lezing
Halleluja-vers
Evangelielezing
Acclamatie evangelie
Overweging
Evangelielied
Voorbede
Viering van de Communie
Vredewens
Overbrengen Eucharistische gaven, waaronder mogelijk een toepasselijk lied
Onze Vader
Uitnodiging tot de Communie
Communie
Communielied
Dankgebed
Besluit van de viering
Collecte
Mededelingen
Zending en zegenbede
Slotlied
Toelichting
Het is van groot belang dat de orde van dienst wordt samengesteld in samenspraak met voorganger, koor en lector. Dan kent de lector zijn/haar zinvolle plaats in het geheel van de viering, terwijl de voorganger bij gelegenheid kan verwijzen naar het verband tussen gekozen liederen en de lezingen. In de liederen kan uiteraard niet gezongen worden van brood én wijn! Soms kan daarom een lied niet gebruikt worden; vaak kan gewoon het betreffende couplet worden weggelaten.
U ziet: er kan veel gezongen worden en er is alle ruimte voor (nieuwe) meerstemmigheid voor het koor. Ook instrumentale muziek (orgel, piano, viool, fluit) kan een belangrijke functie vervullen bij diverse meditatieve momenten in de viering. Tweemaal in de viering kan een processie worden gehouden, waarbij acolieten met kaarsen kunnen meelopen: tijdens het halleluja-vers bij het dragen van het evangelieboek naar de lezenaar en bij het overbrengen van de eucharistische gaven van het tabernakel naar het altaar. Deze laatste processie vormt een duidelijke verwijzing naar de voorafgaande eucharistieviering. Als de afstand tussen sacramentsaltaar of tabernakel en altaar groot genoeg is, kan het koor een passend motet zingen. Na de communie moeten de eucharistische gaven weer op waardige wijze worden teruggebracht naar het tabernakel. Voor de vredewens kan beter niet de formule uit de eucharistieviering worden gebruikt. Het eigen karakter van een communieviering vraagt hier om een eigen, aan deze viering aangepaste tekst.
Wat een koor niet kan zingen bij woord- en communievieringen zijn alleen de vaste ordinarium-gezangen. Verder kan – mits aangepast aan de viering – in principe alles gezongen worden. Het zou een extra stimulans betekenen voor koren als dirigenten bij de keuze van liederen en gezangen niet alleen gebruik zouden maken van het bestaande repertoire, maar dat zij (mede) voor woord- en communievieringen wat meer zouden putten uit de schat aan kwalitatief hoogstaande moderne liedteksten en -composities!