Vrijdag 17 mei 2013 organiseerde het bestuur van de Koorkring Zeeuws-Vlaanderen voor de derde maal een zangavond. Na liederen voor de uitvaart en Maria, stond dit jaar de bundel ‘Officium – gezongen getijdengebed’ centraal. De avond stond onderleiding van de samensteller van de bundel, priester, componist en kapelmeester, Ignace Thevelein. Medewerking verleende Marcel Mangnus, organist-titulair van de H. Willibrordusbasiliek te Hulst.
Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie werd het gemeenschappelijk vieren van de vespers (het avondgebed) door de geloofsgemeenschap op zon- en feestdagen aangeraden. Al die jaren is deze aanbeveling slechts in geringe mate uitgevoerd. In het kader van Brugge 2002, culturele hoofdstad van Europa, nam de vzw Christenen in Brugge 2002 samen met de abdijgemeenschap van Male, het kathedrale koor van Brugge en haar kapelmeester Ignace Thevelein het initiatief een officiumproject te lanceren. Op die manier werd een bijdrage geleverd tot de realisatie van liturgisch biddende samenkomsten die niet-eucharistisch zijn. De naam Officium verwijst naar het getijdengebed van monniken en monialen, die tot achtmaal per dag samenkomen in de kerk. Het boek Officium reikt een aantal muzikale bouwstenen aan om dergelijke vieringen op te zetten.
De Zangavond was opgebouwd met verschillende bouwstenen uit het boek Officium, dat de deelnemers gratis kregen van het koorkringbestuur. Opzet was dan ook dat het aangeboden materiaal ook in de eigen koren en geloofsgemeenschappen gebruikt gaat worden. Na het woord van welkom door Ronald van Quekelberge, secretaris van het koorkringbestuur, gingen de enthousiaste deelnemers vanuit Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland aan de slag. Ignace Thevelein had van alle onderdelen uit de vesperviering een keuze gemaakt. Het openingsvers, ingestudeerd werd ‘Wij die U nooit hebben gezien’ en ‘Onze hulp in de naam van de Heer,’ is ook heel goed bruikbaar in een Woord- en Communieviering. In de geest van het Pinksterfeest werd als hymne gekozen voor ‘Kom, Schepper, adem’ een mooie tekst van Michaël Steehouder op melodie van het alom bekende gregoriaanse Veni Creator Spiritus.
In het kerkelijk getijdengebed worden alle psalmen gezongen in een cyclus van vier weken. Elke zondag wordt psalm 110 gezongen, aangevuld met een tweede psalm: psalm 114 in de eerste week, psalm 115 in de tweede week, psalm 111 in de derde week en tenslotte psalm 112 in de vierde week. Tijdens de Zangdag werden vier psalmen ingestudeerd. Allereerst psalm 110 in een vierstemmige Engelse zetting. Psalm 111 en 112 werden gezongen in een zetting van de Intermonasteriële Werkgroep Voor Liturgie (I.W.V.L. – samenwerking van componisten uit de benedictijner en trappisten kloosters), het is een doorgecomponeerde psalm (beurtzang). De melodieën van de I.W.V.L. zijn meestal éénstemmig maar vergen veel studie, omdat ze meer de nadruk leggen op de woordaccenten. Het verbreden van de belangrijke woorden/lettergrepen. Tot slot psalm 114 opnieuw in een vierstemmige engelse zetting. Er was tijdens het zingen van de psalmen ook aandacht voor de rust na de half-verzen. Hoe lang moet nu die rust duren? In één van de kloosters in ons taalgebied, wist Ignace te vertellen, duurt de rust de tijd die de mens nodig heeft om in en uit te ademenen. Deze rust brengt zo ook een innerlijke rust.
De lofzang uit de Apokalyps werd gezongen op melodie van pater Werbouck, lid van de I.W.V.L. en pater benedictijn van de Abdij van Zevenkerken (Brugge). Ook in deze melodie aandacht voor de woordaccenten. Als Magnificat werd de voor velen bekende tekst en melodie van Paul Schollaert genomen ‘Mijn hart zingt voor de Heer’. Dit werd dan door iedereen ook direct naar hartelust gezongen. Daarna wel gevolgd met enkele op- en aanmerking door Ignace betreffende de uitvoering. Het zacht inzetten van het refrein, het tempo aanhouden in het gehele lied, de hoge noten voorbereiden tijdens de voorliggende noten en het inbouwen van een spanning in de laatste noten van de strofen zodat er behoefte is om na spanning het refrein te zingen.
In Officium staan ook enkele gezongen voorbeden. Voor de zangavond was de keuze gevallen op ‘Gij die ons kent’, tekst van Huub Oosterhuis en melodie van Bernard Huijbers. Het Onze Vader werd gezongen op melodie van de Vlaamse componist Vic Nees en de avond werd besloten met de gezongen zegenformule ‘Bevelen wij elkaar’.
Mooi binnen de tijd, werd net voor 22.00 uur de avond besloten. Iedereen was het er over eens, het was een inspirerende en leerrijke avond met veel aangeboden materiaal. Het koorkringbestuur spreekt dat ook de hoop uit dat het niet alleen bij de zangavond zal bleven om ‘de bouwstenen’ te gebruiken. Maar dat ze ook daadwerkelijk gezongen zullen worden in onze vieringen. Voor geïntereseerde koren zijn er exemplaren van de bundel te koop bij Ignace Thevelein. Voor meer informatie bezoek eens de website van het Sint-Jacobshuys.