Uit de orgelhoek: Magnificat-bewerkingen

Wanneer we de geschiedenis van de orgelmuziek nagaan, zien we dat oorspronkelijk het orgel als tegenhanger van het koor funktioneerde. Pas later ontstaat een samengaan van beide elementen, het orgel als begeleidingsinstrument van het koor. Deze z.g. alternatim-praktijk is lange tijd en in vele landen toegepast, gezien het grote aantal composities welke hiervoor zijn gemaakt.

Jubilate 22, 2 (mei 1989)

Flip Veldmans

In deze aflevering zullen we een aantal Magnificat-versetten bekijken. In de mei- en oktobermaand en rond Mariafeesten zeer geschikt om in de liturgie te gebruiken.
Er zijn verschillende uitvoeringsmogelijkheden: je kunt ze als zelfstandige orgelstukken bijv. in een eucharistieviering tijdens de offerande of de communie spelen, ook in vesper- of gebedsdiensten kan deze muziek uitstekend dienst doen. Wanneer je de authentieke opzet wil benaderen, zou je de versetten afwisselend met het koor moeten spelen. Het is niet per se noodzakelijk steeds om en om een vers uit te voeren. Het is ook mogelijk dat het koor enkele versen achter elkaar zingt of dat de organist meerdere versetten speelt, je hebt de vrijheid zelf een indeling te maken. Ook uitvoering afwisselend met een cantor of enkele cantores kan heel mooi zijn. Als eerste voorbeeld koos ik de eerste twee versetten van het Magnificat in de 8e psalmtoon van de Italiaanse componist Giovanni Battiste Fasolo, verschenen in zijn ‘Annua|e’ te Venetie in 1645, uitgave Schott 1674, serie Liber Organi deel IV:

Magnificat1

Deze versetten kunnen manualiter worden gespeeld. Ook in Spanje werd deze vorm veelvuldig toegepast. Zie het begin van het Magnificat in de 4e toon van Antonio de Cabezon (1510–1566):Magnificat2

Ook de leerlingen van Jan Pieterszoon Sweelinck houden zich met de alternatim-praktijk bezig, zie bijv. Samuel Scheidt (1587–1654) in zijn ‘Tabulatura Nova’, uitgave Breitkopf, het 2e vers van het Magnificat in de eerste toon:Magnificat3

Frankrijk is bij uitstek het land waar veel aandacht aan de Magnificats werd geschonken, bijv. door Jean Titelouze (1563–1633), uitgave Kalmus 4140Magnificat4Magnificat5

De toevoegingen in het notenbeeld, f, Ped., klavierwisselingen, etc zijn zeker niet oorspronkelijk en moeten niet letterlijk worden opgevat.

Ook Jean Frangois Dandrieu (1682–1738), die als clavecinist en organist aan de Koninklijke Kapel te Parijs werkzaam was, heeft een zestal Magnificats in zijn ‘Premier Livre de Pièces d’Orgue’ neergelegd, uitgave Schott 1880:Magnificat6

Zeker niet onvermeld mogen blijven de Magnificatfugen van Johann Pachelbel (1653–1706), 95 fuga’s in alle acht psalmtonen zijn uitgegeven in twee delen door Bärenreiter 6445 en 6446 ik koos nr. 92 in de 83e toon:Magnificat7

Bovenstaande zestal voorbeelden geven slechts een globaal inzicht op de rijke schat aan composities. Genoemde uitgaven zijn zeker niet de enige uitgave van de stukken. In de diverse catalogi van muziekuitgeverijen is het nodige verder te vinden.