Verschenen in Jubilate 17,2 (mei 1984)
door fr. N.P. Wesseling o.s.b.
In de Paastijd schrijven over de Tussenzang. Bijna vanzelf gaan dan je gedachten uit naar het Alleluia. De Paasroep bij uitstek, waarmee in het Oosten, vooral in de Orthodoxe Kerk, de gelovigen elkaar Zalig Pasen wensen. Het woord Halleluia betekent inderdaad: Lof aan God. Het Hallel zijn de lofpsalmen. De uitgang la is een afkorting van de godsnaam Jaweh. Wie zei er ook alweer dat die naam nooit werd uitgesproken?
Over de schrijfwijze valt te redetwisten ‘Roomsen schreven altijd Alleluia. De oude latijnen spraken de letter h niet uit. Bisschop Augustinus, die zelf uit Noord-Afrika kwam, spot er al mee: het niet kunnen uitspreken van de h is eigenlijk een soort dialectverschijnsel. Misschien wel een spraakgebrek.
Moet die h worden uitgesproken? in het Hebreeuws ligt de h-klank dicht bij de g-klank. Duidelijk hoorbaar dus. Het lijkt er op, dat er alles voor te zeggen is die h maar duidelijk uit te spreken. Wij hoeven ons toch nu niet meer aan te passen aan een spraakgebrek van de oude latijnen?
Maar daarmee is niet alles gezegd over die uitspraak. Want de derde lettergreep (u) geeft ook verwarring. Spreek je die uit als u of als oe? Ook hier weer een duidelijk verschil vanuit de Reformatie en vanuit de Romana. Maar als u denkt, dat de oe-klank vanuit het Latijn is overgenomen, dan vergist u zich. De u-klank is ook in het Hebreeuws onbekend, evenals in het Latijn. Er is dus alles voor te zeggen om de oe-klank aan te houden. Natuurlijk niet om ons te onderscheiden van onze reformatorische broeders.
Och, in feite is er geen echt voorschrift daaromtrent. Dus iemand die dit woord anders uitspreekt, zal geen excommunicatie oplopen. Uiteraard is het wel zaak, dat in een koor iedereen zich houdt aan de afgesproken manier om dit woord uit te spreken.
toonzetting
Welk Halleluia zingen we nu in de Paastijd? Of nemen we (voor het gemak) toch maar een gewoon strofelied? Jammer als u dat steeds,weer zou doen. Het typisch eigene van de Paastijd komt dan helemaal niet aan bod. Maar waar haal je zo’n Halleluia vandaan?
Om te beginnen is het niet verboden om in een viering een Gregoriaans Alleluia te zingen. Het Alleluia met zijn jubilus (= lange uitgang op de slotlettergreep a) is typisch voor het Gregoriaans. Ook als de andere gezangen niet of slechts ten dele Gregoriaans zijn, zou een Gregoriaans Alleluia te gebruiken zijn. En vaak is het zo, dat een koor zo’n Alleluia beter kan ‘behappen’ dan b.v. een Graduale. Ze zijn niet zo lang, en niet zo zwaar van aard. En sommige melodieën keren als typen regelmatig terug. Even opletten welk Alleluia u dan kiest. Het liefst een, waarvan de tekst enig verband met bij voorkeur het Evangelie van de dag. Of met het thema, als het om een thematische viering gaat.
gezangen voor liturgie
En nu we het toch over het Halleluia hebben: in de landstaal kun je daar sinds kort best wel iets mee doen. Nu zeer recent de nieuwe bundel Gezangen voor Liturgie verkrijgbaar is, heeft het zijn nut erop te wijzen, dat in die bundel een 20-tal Halleluia’s staan. Met korte, goed bruikbare keerverzen voor volkszang. We drukken er hier enkele van af. Ga ze maar eens zingen. U zult zien dat het eenvoudig maar goed klinkende composities zijn. En soms is het Alleluia zo van het Gregoriaans weggelopen.
Wijs, tot slot, deze Nederlandse Halleluia’s niet van de hand als een soort nieuwlichterij. Het is een telkens terugkerende rubriek in het lectionarium van het nieuwe Missaal. Zing van harte eens uw paasvreugde uit naar het Evangelie toe.
ln dat verband nog een opmerking. Het Halleluia is een processiezang. Het wordt gezongen als de priester, of diaken, zich opmaakt om met het Evangelieboek in processie naar de leesplaats te gaan. Voorafgegaan uiteraard door kaarsendragers en wieroker. Als nu dat geheel van klaarmaken en processie langer duurt dan het gezongen Alleluia met vers, herhaal dan na het laatste Halleluia nog eens het vers, en laat het geheel door het volk afsluiten met nogmaals het Halleluia. Zo wordt ook de tweede zang functioneel.