Gedachten rond Zingt voor de Heer een nieuw gezang

In Jubilate hopen wij voortaan ook uw aandacht te kunnen winnen voor ’n tekst en ’n melodie uit Gezangen voor Liturgie. Een nieuwe rubriek dus en waarom dan niet begonnen met ‘een nieuw gezang’ van de onvergetelijke cantor Frits Mehrtens op tekst van Ds. Willem Barnard, alias Guillaume v.d. Graft.

Jubilate 19, 2 (mei 1986)

Theo Klaus

Een ‘nieuw gezang’, maar dan niet in de betekenis van pas gemaakt, pas verschenen en weer spoedig versleten. Niet in de betekenis van zeer vluchtig, van korte duur, van het nieuw(tje) is er zo weer af, maar… in de betekenis van het gans andere, het duurzame, het wondervolle, steeds weer opnieuw verrassend. Of om met de tekst van het lied te spreken: ‘Hij gunt ons rust noch duur’. ‘Hij geeft ons leven zin en samenhang’. ‘Het is vol wonderen om ons heen’. Een lied van de nieuwe aarde. Een lied van de nieuwe mens, de mens-op-weg en God in ons midden.

Een lied met zoveel zijstraten, dat er steeds weer iets nieuws te ontdekken valt. Een lied voor een homilie. Een lied om samen te zingen.

Wanneer kunnen we dit lied gebruiken? Zowel in jaar A als in jaar B en C is het speciaal op z’n plaats op de vijfde zondag van Pasen. Bovendien als besluit van de Paaswake.

Maar openingszang en slotzang hangen niet noodzakelijk samen met het hoofdthema van de woorddienst. In de regel zijn ze van algemene aard en hebben betrekking op het liturgisch moment van de dienst, op het Verlossingsmysterie in het algemeen of op het Paasmysterie in het bijzonder.

Vandaar dat dit lied zich goed leent als afsluiting van een viering in de Veertigdagentijd en bij de zondagen door het jaar. Kortom een lied met veel gebruiksmogelijkheden.

Het ritme van deze melodie is verrassend. Terwijl de tweede en de vierde regel ritmisch gelijk zijn, hebben regel een en drie een heel eigen karakter. Laat iedere zin rustig doorstromen met de boog van de melodie als leiddraad. Laat de tekst bepalend zijn voor een matig, niet slepend tempo, zodat de inhoud van de tekst tot zijn recht kan komen. In de derde regel de eerste vijf noten (in tegenstelling tot regel een) laten doorlopen zonder een gejaagde indruk te maken. En zorg er voor dat op het eind van iedere regel geen grote gaten vallen. Als de dirigent of de cantor zich de melodie volkomen eigen hebben gemaakt, als het koor de melodie vanaf de eerste kennismaking goed heeft aangeleerd, dus zonder ritmische vergissingen, als de organist een verantwoorde begeleiding gebruikt, hoeven we niets meer te vrezen. Dan kan deze melodie met zijn rijke tekst ook uitstekend door de gehele gemeenschap worden gezongen. Een goed lied is een lied voor iedereen. Tot besluit Frits Mehrtens zelf over zijn lied.

“Wanneer is een lied moeilijk? Ik leerde de kinderen eens dit lied. Precies na een jaar vroeg ik hen: kennen jullie dit liedje nog en neuriede een regel voor. Heftig ja-geknik en daar kwamen alle vijf coupletten uit het hoofd.”

zingt_voor_de_heer