Gregoriaans en orgelmuziek

Door de eeuwen heen heeft het gregoriaans voor veel inspiratie gezorgd bij componisten van orgelmuziek. De oorsprong is terug te vinden in het feit dat de eerste zelfstandige orgelstukken ter afwisseling met het koor gespeeld werden; de z.g. alternatim-praktijk Bij het alternatimspel omspeelde de organist de gregoriaanse melodieën, terwijl een zanger de bijbehorende tekst hardop uit sprak of zong.

Jubilate 26, 3 (september 1993)

Flip Veldmans

Een prachtig voorbeeld hiervan is de Ricercare con obligo di cantare la Quinta parte senza toccarla (ricercare, waarbij men de 5e stem kan zingen zonder haar te spelen) in ‘Fiori Musicali‘ van Girolamo Frescobaldi (1583–1643):

Uitgave bijv. Peters 45l4 of Bärenreiter 2205. Een tekst hiervoor is niet gegeven maar zou kunnen zijn:

In deze bundel vindt u eveneens verschillende orgelstukken die aansluiten bij de 11e gregoriaanse mis (Orbis factor) en de 4e mis (Cunctipotens Genitor Deus). Met name voor gebeds- en/of (advents-)vesperdiensten is het te overwegen deze alternerende vorm van koor en orgel in ere te herstellen!

Ook bij Sweelinck zien we invloeden van het gregoriaans, bijv. in het variatiewerk: Christe qui lux est et dies (uitgave: Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis Amsterdam, Opera Omnia Vol. I, band 2). De oorspronkelijke gregoriaanse versie heb ik nergens kunnen vinden, wie kan me hieraan helpen?

Ook bij Bach zien we duidelijk de weerslag van de gregoriaanse invloeden in de Reformatorische melodieën, zie bijv. zijn grote en kleine Orgelmis. Aangezien deze stukken alleen voor de zeer geoefende spelers geschikt zijn; de manualiterstukken zijn overigens iets gemakkelijker, maak ik een grote stap naar de vorige eeuw. In ‘Petites Fleurs Musicales‘ opus 66 van Charles Tournemire (1870–1939) uitgave bijv. Universal l7465, vinden we prachtige eenvoudige stukjes die schitterend aansluiten bij het gregoriaans. Tournemire heeft deze stukjes in de eerste plaats bedoeld voor het harmonium, een in die tijd zeer populair instrument, vele bekende componisten hebben hiervoor geschreven, zoals César Franck, Louis Vierne, Marcel Dupré. Toch zijn deze stukjes voor orgel ook uitermate geschikt. In de huidige liturgie wordt weleens geklaagd over het ontbreken van mystieke sfeer, deze stukjes (mits goed gespeeld, met de juiste registratie) roepen deze sfeer gegarandeerd op:

Fijne muziek vindt u ook in ‘Le Tombeau de Titelouze’ opus 38 van Marcel Dupré geschreven als eerbetoon aan Jean Titelouze (1563–1633), uitgave Bornemann, Paris Hieruit het Creator alme siderum:

Tenslotte zoeken we het wat dichter bij huis. De bekende Belgische organist en componist Flor Peeters heeft een cyclus geschreven van 30 koraalpreludes over gregoriaanse hymnes opus 76, verschenen in 3 deelties bij Peters resp. 6088, 6089 en 6090. Ter illustratie een regeltic uit het Adoro te devote uit band 2, opgedragen aan zijn vriend Albert de Klerk. De melodie moet met uitkomende stem worden gespeeld. Als suggestie geeft Flor Peeters voor de solostem het cornetregister, voor dc begeleiding fluit 8‘ en prestant 4‘, en op het pedaal een zachte 16‘ en 8’:

Nu we het toch over Albert de Klerk hebben, wist u dat er een schitterend vriendenboek over hem is uitgegeven ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag, getiteld Klerke-Werk. Daar vindt u o.a. een prachtig verhaal van Nico Wesselingh over de contacten van de familie Wesselingh met Albert de Klerk met name in de oorlog. Het boek, wat alleszins de moeite waard is te lezen, is verkrijgbaar via de boekhandel, ISBN nr.: 90–304–0686–0. Aansluitend hierop mijn laatste muziekvoorbeeld over het Ave Maris Stella van Albert de Klerk, uitgegeven in deel 2 van de serie Cantantibus Organis, uitgave Wed. Van Rossum, Utrecht, en afkomstig uit ’Octo Fantasiae super themata gregoriana‘. Of het nog verkrijgbaar is weet ik niet, informeer bij de uitgeverij Herman Zengerink te Utrecht, tel. 030–930685.

Ik ben me bewust van een slechts zeer summiere kennismaking met orgelstukken over gregoriaanse melodieën, denk bijv. aan de diverse Magnificats, Ave Maria, orgelmissen, Pange lingua, en niet te vergeten het Te Deum. Moge bovenstaand artikel een uitnodiging zijn aan de echte liefhebber, om mede door middel van orgelstukken het gregoriaans levendig te houden.