Hoewel de organist voor de eredienst kan putten uit een gigantische hoeveelheid werken van zowel zeer grote als ook van minder grote componisten, kan de improvisatie binnen de liturgie vaak op uiterst zinvolle wijze funktioneren.
Jubilate 19, 3 (september 1986)
Michel Gottmer
Zo kan de ervaren improvisator al vóór de dienst preluderen over het intredelied, dit op allerlei manieren belichten en etaleren, zodanig dat het kerkvolk popelt om mee te zingen. De zeer bedreven improvisator kan tijdens het offertorium verklanken wat kort daarvoor tijdens de verkondiging is gezegd. De improvisator kan iets overbruggen waar literatuurspel voor ontbreekt. Maar… voor het zover is! Het is nu eenmaal voor veel organisten moeilijk, en ik spreek uit eigen ervaring, om van die noten los te komen: Los van de noten…
Toch wil ik een poging wagen om u als organist met belangstelling voor improviseren een eerste, voorzichtige stap te doen zetten. En we houden elkaar vast! We nemen voor de houvast een lied met een bestaande begeleiding. Vanwege de komende advent kies ik Nu daagt het in het Oosten, G.v.L. no. 505. L.v.d. K. no 124
- Uitgaande van deze begeleiding kan men de melodie met uitkomende stem speler b.v. Prestant 8. De begeleiding met fluit 8 en subbas 16 op bovenklavier en pedaal.
- We kunnen nu de melodie gaan ‘versieren’ d.m.v. mordenten, prallers, trillers enz. De registratie van de uitkomende stem wordt gewijzigd in fluiten 8 en 4.
- Een volgende variatie kan bestaan uit het ‘coloreren’ en ‘diminueren’ van de melodie. Coloreren betekent het versieren van de melodie met trillers enz. (zie hierboven no. 2). Het diminueren is in de versieringskunst het vervangen van de langere noten door een aantal kortere, die de oorspronkelijke melodie omspelen. Voorgestelde registratie: R.H. I Roerfl. 8, fl. 4, Quint 2 2/3; L.H. II fl 8 + 4; Ped. Subbas 16, Gedekt 8.
- Deze variatie is weer aan de hand van de uitgeschreven begeleiding. Tussen de middenstemmen van deze zetting komt een soort ‘pendelbeweging’ en 16den tot stand waarboven de melodie rustig voortschrijdt. Registratie I fl. 8 + 4.
- Als u de smaak te pakken hebt gekregen kunt u deze reeks variaties afsluiten met een toccata-achtige slotvariatie. Onder de melodie noten worden in de 16de beweging geschakelde kwarten-sprongen als passage werk gelegd. Het pedaal heeft afwisselend als orgelpunt een reine kwint op tonica en dominant. Registratie: Pr. 8–4–2-mixt. + Ped. 16–8–4.
- Het zal u wellicht in sommige variaties, zeker het slot, niet meevallen. Maar ook improvisatie moet gestudeerd worden, liefst met een bepaalde discipline en daardoor is een zekere vaardigheid zeker bereikbaar. Het is overigens een misverstand te denken dat een improvisatie niet voorbereid mag worden; integendeel zou ik zeggen: om een goede improvisatie te geven is het noodzakelijk van te voren te weten wat je gaat doen (registratie, vormkeuze). Veel succes met het aanpakken van deze materie en… niet te vlug ophouden! Doorzetten!