Bij veel vieringen in onze kerken is deze acclamatie vóór het evangelie nog minder dan een ondergeschoven kind: zij wordt vaak gewoon weggelaten! Dat is toch wel heel jammer, want men laat dan de gelegenheid voor een waardevol liturgisch moment aan zich voorbijgaan, een moment waarop voor de deelnemers aan de viering zowel iets te zien, te horen, te ruiken als te doen valt. Zo’n uitgelezen kans voor een echt actieve deelname aan een viering zou je toch altijd moeten benutten.
Tag archieven: Evangelie-acclamatie
‘Lof zij U, Christus‘. De Evangelielezing in onze liturgie
‘De lezing van het Evangelie vormt het hoogtepunt van de dienst van het Woord; de andere lezingen in de traditionele volgorde, d.w.z. uit het Oude Testament dat overgaat tot net Nieuwe, bereiden de gemeenschap hierop voor’. Zo lezen wij in de Algemene Inleiding op het Lectionarium voor de Eucharistieviering (nr. 13).
Wij kunnen de lijn nog verder doortrekken en zeggen: de Evangelielezing op haar beurt bereidt de gelovigen voor op de gedachtenisviering van de Heer die de Eucharistie is. Binnen het geheel van de viering is de Evangelielezing een eerste, een voorlopig hoogtepunt. De communio met de Heer in zijn woord wordt in een Eucharistieviering immers gevolgd door de communio met Hem in het sacrament. Wanneer de Evangelielezing een hoogtepunt is, dan zal dat in de viering te zien moeten zijn. En te horen. Zelfs af en toe te ruiken. Liturgie voltrekt zich in tekenen, en tekenen zijn er om te worden opgemerkt. Rond de Evangelielezing valt er daarom als het goed is liturgisch het een en ander te beleven.
Er zijn diensten waar je bij de lezing van het Evangelie – dat is Blijde Boodschap, Goed Nieuws – het liefst huilend zou weglopen. Dat is heel erg. Maar het kan nog erger. Er zijn ook diensten waar je bij de Evangelielezing niet weg kunt lopen. Om de eenvoudige reden dat er in geen velden of wegen een Evangelielezing te bekennen valt. Dat kan nooit de bedoeling zijn van de liturgische vernieuwing. Christelijke liturgie is per definitie gedachtenisviering van Jesus, de Christus, in Woord en Sacrament. Wanneer wij de Heer met onze eigen gedachten voor de voeten lopen en Hem zodoende beletten zelf aan het Woord te komen, dan zitten wij er helemaal naast. Alle goede bedoelingen ten spijt.
Ieder die geen vreemdeling is in het Jerusalem van de liturgie weet op welke manier de Evangelielezing het relief kan krijgen dat zij verdient. Daar is om te beginnen een boek, dat het aanzien waard is. Daar is verder de diaken of de priester, die het Evangelie uit dit Boek verkondigt, proclameert! Er zijn acolythen met brandende kaarsen, er is een goedgevuld wierookvat waarmee wordt gezwaaid. Er is een processie, er is een ambo. En dan hebben we het nog niet gehad over de zegenbede vóór het Evangelie, over het omhoogheffen van het Boek, over het kussen ervan en het zich bekruisen.
Ook hebben we dan nog niets gezegd over datgene wat de gelovigen op dit moment doen: rechtstaan en de oren spitsen. In de hoop dat hun hart verwarmd zal worden zoals bij de leerlingen van Emmaus, toen de Heer onderweg met hen sprak.
Er zijn parochies waar men de gelovigen heeft wijs gemaakt dat het niet de moeite waard is om voor het Evangelie te gaan staan. In zulke parochies vindt men de kerken waar de liturgie van het zitvlak hoogtij viert. Nou ja, de liturgie… De Lieve Heer zal er ook het zijne wel van denken.
Muzikale vormgeving
Een liturgisch hoogtepunt vraagt om een passende muzikale vormgeving. Dat geldt ook voor de Evangelielezing. Het Evangelie werkt in de liturgie als een soort magneet. Het Alleluia met bijbehorend vers is geen reactie op de voorafgaande, tweede lezing, maar wordt al helemaal door het komende Evangelie beheerst. Zodra het Alleluia wordt aangeheven gaan allen dan ook staan. Het verband tussen Alleluia-roep en Evangelie wordt op die manier lijfelijk beleefd en daardoor verhelderd. Het zou ideaal zijn wanneer het Alleluia door de hele gemeenschap werd overgenomen en herhaald zo dikwijls als nodig. Het bijbehorende vers komt voor rekening van de cantor of het koor. Een goede rolverdeling is een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de viering.
Wie dit ritueel tot een levend gebeuren weet te maken doet goed werk. De Gregoriusvereniging zou daar best een onderscheiding voor beschikbaar mogen stellen. Een soort aanmoedigingsprijs
Na de lezing vraagt de acclamatie op het Evangelie onze aandacht. Ook hier is er weer iets als een magneetwerking. Het Evangelie is niet echt verkondigd wanneer het niet bij de verzamelde gelovigen is aangekomen. Een acclamatie legt daarvan getuigenis af. Zij geldt de levende Heer, die zich ook in zijn woord aan de zijnen geeft als Brood van eeuwig leven. Qua structuur ligt een vergelijking met de acclamatie na de consecratie hier voor de hand.
Gezongen Evangelie?
Een heel aparte mogelijkheid biedt de gezongen verkondiging van het Evangelie. Niet iets voor elke dag, maar zeker te overwegen voor de feestdagen. In de ons omringende landen lijkt daar meer aandacht voor te bestaan dan bij ons. Tijdens vakanties heb ik het zelfs in gewone zondagsdiensten wel meegemaakt. Indrukwekkend.
We zouden kunnen afspreken dat we elkaar niet lelijk aankijken wanneer deze mogelijkheid voorlopig op de meeste plaatsen ongebruikt blijft liggen. Dat geldt uiteraard niet voor de vele ‘gewone’ mogelijkheden rond het Evangelie. Want – wij verhalen de uitspraak waarmee we begonnen – ‘de lezing van het Evangelie vormt het hoogtepunt van de dienst van het Woord’.