In de voorafgaande afleveringen van Jubilate ben ik uitgebreid ingegaan op de vocalen a-ee-oe zoals ze voorkomen in het woord ‘Halleluja en de vocalen ie-i. In deze aflevering zal ik de voorafgaande vocalen completeren met de vocalen uu, oo en e. Eerst zal ik deze vocalen één voor één belichten.
Cécile Creusen
Jubilate 27, 1 (januari 1994)
De vocaal uu
De uu is een vocaal die kort bij de oe staat. Probeer de twee vocalen maar achter elkaar uit te spreken. De uu heeft een iets helderder geluid dan de oe.
Als we de vocaal uu uitspreken is de stand van de mond (van binnen gezien) iets platter dan bij de oe. Bij de vocaal oe wordt de ruimte in de mond iets ruimer doordat de kaak zakt. De lippen blijven bij beide vocalen in dezelfde ronding staan. Bij beide vocalen is het belangrijk dat de tongpunt achter de ondervoortanden ligt en dat de tongrug niet het gehemelte raakt. Anders kan de toon niet vrij klinken.
De vocaal oo
De oo hoort thuis in het volgende rijtje ee-eu-oo. De ee is de heldere uitgave van de oo. Als u de ee-eu-oo achter elkaar uitspreekt, dan merkt u dat de klank van helder naar donker gaat. Bi] deze drie vocalen gaat de verandering als volgt. Bij de ee zijn de lippen nog niet erg gespannen. Bij de eu tuiten ze al iets meer naar voren en worden ze wat ronder. Bij de oo is de mond, van binnen gezien, weer groter dan bij de oe.
De vocaal e
De vocaal e zoals hij voorkomt in het woord mes. Hoort thuis in het rijtje e-ò (Franse un)-a.
Bij opeenvolging van de vocalen gebeurt er het volgende. De e is vrij open van mondstand, bij de ò wordt de opening wat kleiner, vooral de bovenlip spant aan, bij de a gaat de kaak naar beneden en blijft de bovenlip gespannen, anders zakt de toon te ver in de keel.
Oefeningen
Bij de volgende oefeningen zullen alle vocalen aan de beurt komen.
De heldere vocalen: e-i-ee-ie.
De donkere vocalen: aa-a-o-oo-oe.
De overgangsvocalen: ò (Franse un)-u-eu-uu.
De oefening gaat als volgt:
1. Spreek de vocalen uit zoals ze in volgorde geschreven staan.
2. Zing de vocalen op een prettig liggende toon in het middenbereik van de stem, bv. g’ of f.
Tijdens het zingen moeten we goed op de stand van onze mond letten. Sommige vocalen zoals bv. de ie, aa, ee willen graag achter in de keel zakken. Doordat we onze mondstand niet te breed laten worden en onze bovenlip een beetje aanspannen (tuiten) kunnen we dat enigszins voorkomen.
In alle liederen die we zingen is het natuurlijk mogelijk om de vocalen te oefenen. Succes.