Na een warme en misschien wel een luie zomervakantie gaan wij zangers en zangeressen hopelijk weer uitgerust aan de slag.
In deze aflevering van ‘Jubilate’ schrijf ik enkele wetenswaardigheden over de verschillende stemsoorten en de klassificaties hiervan. Grof weg kunnen we de volwassen stern indelen in: sopranen, alten, tenoren en bassen.
Waarom is iemand sopraan, alt, tenor of bas? Waar ligt het aan? En wat zijn de consequenties daarvan voor een koor?
Jubilate 25, 3 (september 1992)
Cecile Creusen
Waarom is iemand sopraan, alt, tenor of bas?
De onderverdeling in de vier stemgroepen is niet ontstaan omdat iemand graag in een bepaald stemvak zingt. Deze onderverdeling is ontstaan door de verscheidenheid van bouw van de verschillende stemvakken.
Het stemapparaat bestaat uit het strottehoofd en zijn aanzetstuk. ln het strottehoofd bevinden zich de stembanden. De dikte en lengte van de stembanden bepalen mede de stemsoort. De stembanden van een sopraan zijn het kortst. Hoe langer de lengte van de stembanden is hoe lager de stem klinkt. Daarnaast heeft de dikte van de stembanden invloed op het stemtype. Voor het timbre van de stem is tevens de vorm en de bekleding van het aanzetstuk van belang. Het aanzetstuk bestaat uit: de keelholte, neusholte en lippen. Kortom gaat het hier over alle delen van het lichaam – die de door de stembanden in trilling gebrachte lucht – volgt, totdat de lucht het lichaam verlaten heeft.
U begrijpt natuurlijk dat door deze hoeveelheid van stemsoort bepalende factoren iedere stem anders is. We kunnen dus zoveel stemtypes onderscheiden naargelang er mensen zijn. Aangezien dit niet erg werkbaar is heeft men de stemvakken beperkt tot een zestal groepen. Zoals ik eerder schreef zijn dat de sopraan, de mezzosopraan, de alt, de tenor, de bariton en de bas. Elk stemvak wordt vervolgens onderverdeeld in gespecialiseerde stemmen. Deze opsomming zal ik u besparen.
Wat zijn de consequenties voor het koor en de individuele koorzanger?
Vaak vindt de stemindeling in een koor willekeurig plaats. De zangers en zangeressen die hoog kunnen zingen worden tot tenor en sopraan gebombardeerd en zangers en zangeressen die laag zingen tot bas en alt gekwalificeerd. Op zich is dat een goede indeling. Maar soms kan de schijn bedriegen.
Iemand zingt graag alt of houdt zelf van warme stemmen. Stel dat deze man of vrouw van nature een hele lichte stem heeft, dan is het mogelijk dat deze persoon zijn stem zo drukt dat er toch een warme klank uit voortkomt. Het gevolg hiervan is dat men jaren in een verkeerd stemvak zingt en men problemen krijgt met het stemapparaat. Omgekeerd is het natuurlijk ook mogelijk dat mensen geforceerd hoog willen zingen terwijl dat niet bij hun stemtype past. Mijn advies is ‘blijf jezelf en je stem trouw’.
Accepteer uw stem zoals hij is!!
In de praktijk maak ik vaak mee dat mensen het minderwaardig vinden om bijvoorbeeld een altpartij te zingen. De altpartij wordt in de ogen van veel zangers en zangeressen dikwijls als een soort afvalbak gezien. Wie niet meer met de sopranen mee kan, gaat uit ‘armoe’ bij de alten zitten. Hierdoor krijgt deze partij een tweede rangs image. Doch alle partijen in een koor zijn even belangrijk en gelijkwaardig aan elkaar teneinde het koor tot een evenwichtig en mooi geheel te smeden.
Ik hoop dat ieder individuele koorzanger en -zangeres naar tevredenheid zijn/haar eigen stem waardeert. Ik wens u in ieder geval een fijn zangseizoen toe.