Repertoiredag 5 oktober 2019: Alleluia

‘Allelu ja’: prijst de Heer. Dat is de betekenis van deze Hebreeuwse uitdrukking, zo legde bisschop Liesen uit tijdens de repertoiredag op 5 oktober. Zo’n twintig dirigenten en zangers waren op die dag naar de kathedraal te komen om nieuwe ideeën op te doen voor het repertoire van hun koor.

Foto: Ronald van Quekelberge

Centraal stond het alleluja dat tijdens de woorddienst wordt gezongen. Bisschop Liesen gaf hier een toelichting op. Die woorddienst is eigenlijk een dialoog, zo zei de bisschop. God spreekt tijdens de eerste lezing uit het Oude Testament. Daarop antwoorden wij in de antwoordpsalm. Vervolgens spreekt God opnieuw in de tweede lezing, doorgaans uit de brieven van Paulus, en dan komt het alleluja.

Dat heeft daar een tweevoudige functie: uiteraard een uitroep van vreugde, maar op deze plaats gericht ook op het Evangelie dat volgt: Jezus gaat tot ons spreken.

De uitroep ‘alleluja’, die door iedereen kan worden meegezongen, wordt gevolgd door een vers uit het evangelie of uit een psalm gezongen door het koor of een cantor. Daarna volgt weer het alleluja. In de vastentijd vervalt het alleluja en wordt alleen het vers gezongen.

De uitleg van de bisschop maakte duidelijk dat het alleluja een onmisbaar onderdeel is van de woorddienst. Een onderdeel dat op allerlei manieren muzikaal vorm kan krijgen, zo bleek tijdens het vervolg van de repertoiredag, waarbij onder meer nieuwe zettingen van het alleluja van Frans Bullens werden gezongen.

Veel aandacht was er ook voor de nieuwe bundel Geprezen, o Heer: nieuwe liederen geïnspireerd op het Zonnelied van de H. Franciscus van Assisi. Verder maakten de deelnemers kennis met diverse motetten en werk van Albert de Klerk en Louis van Dijk.