Registers en registreren

In het januari-nummer van Jubilate is gesproken over een aantal registers en de opbouw van de verschillende voethoogten; de muziekvoorbeelden – gekozen voor de veertigdagentijd — brachten dit in praktijk. Dit maal zal ik, zoals beloofd, het een en ander over de totstandkoming van de klank in de pijp met zijn verschillende onderdelen vertellen. De muziekvoorbeelden, deze keer niet voor een specifieke liturgische periode gekozen, zijn eveneens een vervolg op het vorige artikel en zullen mogelijkheden aangeven om met een discantregister met beide handen op één klavier te spelen, waarbij toch een solostem klinkt.

Jubilate 19, 2 (mei 1986)

Flip Veldmans

registers_registreren_2

Canción para la Corneta con el Eco. Anoniem. Uit: Liber Organi deel XI, uitgave Schott 5467

Registers_registreren_1

Via de pijpvoet stroomt de wind bij de lippijp naar binnen. Aan de bovenzijde van de voet is de pijp afgesloten door de kern. Slechts aan de voorzijde tussen het onderlabium (labium = tip) en de kern zit een nauwe opening, de z.g. kernspleet. Doordat de wind via deze kernspleet ‘gericht’ wordt, wordt de luchtstroom door de onderkant van het bovenlabium als het ware ‘gekliefd’. Tussen het onder- en bovenlabium ontstaan luchtwervelingen. De luchtkolom in het corpus van de pijp raakt hierdoor in trilling en zo ontstaat de toon. U zult begrijpen dat vorm, wijdte, labiumbreedte, opsnede (het verschil in hoogte tussen onder- en bovenlabium), legering, etc. in belangrijke mate het klankkarakter van de pijp bepalen. De afwerking hiervan noemen we de intonatie. Om dit vak goed te beheersen is een zeer geoefend oor en grote vakmanschap vereist, immers de intonateur bepaalt uiteindelijk de klank van het instrument.

registers_registreren_3

Bij de tongpijp komt de aanspraak op een andere wijze tot stand: de opening tussen pijpvoet en beker zit tussen tong en lepel. De lepel of keel is een holle buis van messing aan een zijde afgevijld en aan de onderzijde afgesloten. Naast de tekening van de tongpijp ziet u enige lepelvormen. De veerkrachtige messing tong sluit de lepel af en wordt door een houten wig en de stemkruk (fosforbrons) op de lepel vastgedrukt. De wind ‘ontsnapt’ tussen de tong en de lepel en duwt die tong opzij, maar door zijn veerkracht veert de tong terug, de tong wordt dus aan het trillen gebracht en brengt de toon voort. De luchtkolom in de beker gaat hierdoor eveneens trillen en in deze schalbeker wordt de toon gevormd tot een mooi timbre. Zeer belangrijk voor de klank is de lepe|vorm en de lengte en opening van deze lepel in verhouding met de lengte en vorm van de schalbeker.

 

registers_registreren_5

Bij het intoneren van tongpijpen zijn drie dingen altijd een probleem:

a. een goede en snelle aanspraak van de tongpijp (ze willen nogal eens ‘lui’ zijn)
b. dezelfde onderlinge toonsterkte (de één mag ten opzichte van de ander niet sterker of zachter klinken)
c. naar de discant toe voldoende klanksterkte (tongpijpen neigen van nature naar een sterke bas en zachte discant).

 

 

registers_registreren_6

Overigens zijn de tekeningen overgenomen uit Inleiding tot de orgelbouw van Dhr. A.J. Gierveld m.m.v. J. Brink, uitgave van de Gereformeerde Organisten Vereniging. Voor diegenen die zich in de orgelbouw wat verder willen verdiepen een lezenswaardig boekje. Van harte aanbevolen!

Voluntary IV in g – Allegro van William Boyce. Uit: Ten Voluntaries for the Organ, uitgave Oxford University Press.

Voluntary IV in g – Allegro van William Boyce. Uit: Ten Voluntaries for the Organ, uitgave Oxford University Press.

Versus 2, Primi Toni Abraham van den Kerckhoven. UItgave Monumenta Musica Belgicae, Antwerpen.

Versus 2, Primi Toni Abraham van den Kerckhoven. UItgave Monumenta Musica Belgicae, Antwerpen.

Toen in het vorig artikel een aantal specifieke samengestelde vulstemmen ter sprake kwamen heb ik de sesquialter, de tertiaan en de cornet genoemd, karakteristieke registers uitstekend geschikt om stukken met uitkomende stem te spelen. Nu is er ook literatuur voor orgels met slechts één manuaal waarbij toch een solostem tot klinken kan
worden gebracht. U hebt al enige voorbeelden gezien. Let wel op de scheiding tussen bas en discant. Op Hollandse orgels ligt deze scheiding vaak tussen b° en o’ (centrale o). In Vlaanderen meestal tussen c’ en cis’ en op Franse en Spaanse orgels vaak tussen cis’ en d’. Wanneer de begeleiding boven deze scheiding uitkomt is dit op te lossen door een passage enigszins aan te passen. Ik zal enkele voorbeelden geven.

registers_registreren_8

Behandel een motiefherhaling altijd konsekwent. Met opzet heb ik de tweede noot gescheiden van de eerste noot, omdat hiertussen de frasering valt. Ook komt het voor dat de inleiding tot de solo boven de deling uitkomt. Trek in dit geval het discantregister pas op het moment waarop hij moet klinken. Zie voorbeeld 1 hieronder. Ook kan de solo in de linkerhand voorkomen. Neem bijv. Gedekt 8’ en Octaaf 4’ en als solostem een tongwerk. Als registratie kan bij deze stukken naast de solostem: als begeleiding bijv. genomen worden:

a. Gedekt 8’ en Prestant 4’ (Octaaf , . 4’)
b. Prestant 8’ en Octaaf 4’; dit slechts toepassen wanneer de prestant 8’ goed aanspreekt en in de bas niet te zwaar klinkt
c. Gedekt 8’ en Fluit 4’ bij een licht klinkende vulstem. De combinatie Prestant 8’ en Fluit 4’ moet in de regel worden vermeden, omdat door de relatief sterke prestant de zachtere fluit 4’ wordt ‘weggedrukt’ en daardoor te weinig helderheid geeft. Een 2-voets register zal de begeleiding vaak teveel laten overheersen. Bij een 5-sterke cornet zit in dit register al een 8’ en een 4’, toch kunt u rustig voor de begeleidende stemmen een 8’ en een 4’ bijtrekken, dit geeft de vulstem slechts een versterking van zijn grondstemmen. Indien u over een orgel met meerdere klavieren beschikt, kunt u de stukken vanzelfsprekend ook op 2 klavieren uitvoeren, er hoeft dan zoals in bovenstaande voorbeelden niets aangepast te worden. Veel succes!

Voorbeeld Fantasie du cornet para Monsieur Babou. Uit Thirteen pieces for the Organ, uitgave Kalmus 3414.

Voorbeeld 1: Fantasie du cornet para Monsieur Babou. Uit Thirteen pieces for the Organ, uitgave Kalmus 3414.

Voorbeeld 2: Segundo tiento de 4º. tono van Sebastián Durón.

Voorbeeld 2: Segundo tiento de 4º. tono van Sebastián Durón. Uit de Six Tientos, serie Orgue et Liturgie nr. 74, Editions musicales de la Schola Cantorum, Paris.

Voluntary 2 – Allegro van Henry Heron. Uit Ten Voluntaries, serie Incognita Organo, nr. 29, uitgave Harmonia Hilversum. Speel hier de bas de eerste vier maten één octaaf lager. Bij ‘Eccho Cornet’ gaat de cornet weg en kan de bas weer op de normale hoogte gespeeld worden.

Voluntary 2 – Allegro van Henry Heron. Uit Ten Voluntaries, serie Incognita Organo, nr. 29, uitgave Harmonia Hilversum. Speel hier de bas de eerste vier maten één octaaf lager. Bij ‘Eccho Cornet’ gaat de cornet weg en kan de bas weer op de normale hoogte gespeeld worden.

Ronò I van Giuseppe Ghererdeschi. Uit Musische Pistoiesi per Organo. UItgave Bärenreiter 1978.

Ronò I van Giuseppe Ghererdeschi. Uit Musische Pistoiesi per Organo. Uitgave Bärenreiter 1978.