Uit de orgelhoek: De piano als begeleidingsinstrument

Al 10 jaar is steeds in deze rubriek gesproken over het orgel als instrument ter ondersteuning van koor, cantor en volk, Toch is het orgel niet het enige instrument wat hiervoor kan worden gebruikt. Vooropgesteld: ik ga het niet hebben over de vraag welk instrument het meest geschikt is voor dit doel; met andere woorden ik zal geen waarde-oordeel uitspreken, deze vraag is hier niet opportuun. Ik constateer vanuit de praktijk dat naast het orgel andere instrumenten voorkomen, bijvoorbeeld bij kinder-, jeugd- en jongerenkoren, en ook gemengde koren, zoals de piano, de synthesizer, het keyboard, het electronische orgel, de electronische piano, het combo etc. Eik van deze instrumenten heeft zijn eigen toepassings- en klankmogelijkheden. Het zal te ver voeren deze instrumenten hier allemaal aan de orde te stellen. Wel wil ik met u de mogelijkheden van de piano in de kerk bespreken. lk ga niet in de eerste plaats uit van de electrische- of electronische piano omdat hier ook andere zaken een rol spelen, zoals klankversterking, timbrebeïnvloeding en balansverhouding, maar gewoon van net natuurlijke instrument, de piano zoals we die kennen vanuit de huiskamer en de concertzaal.

Jubilate 26, 1 (januari 1993)

Flip Veldmans

Wanneer je bijvoorbeeld een kerk in Amerika of Canada bezoekt, valt onmiddellijk op dat heel vaak een orgel èn een piano (en dan meestal een vleugel) aanwezig zijn. Deze instrumenten worden apart maar ook tesamen gebruikt voor begeleiding in de dienst. Of dit wel of niet tot fraai resultaat leidt ga ik hier niet over oordelen, tenslotte valt over muzikale smaak te twisten, ik constateer alleen maar. Verder valt op dat deze kerken vaak overvloedig gestoffeerd zijn, waardoor akoestisch weinig te beleven valt, men lost dit dan weer op door een electronische nagalminstallatie aan te brengen. Dit is natuurlijk wel het paard achter de wagen spannen. Het enige voordeel is dat de piano goed kan klinken.

Dat brengt ons op het eerste probleem van een piano in de kerk, volgens mij verdraagt de pianoklank geen overdadige nagalm. In kerkruimten die akoestisch aan de magere kant zijn, zal de piano prima tot zijn recht komen, maar in kerken met goede akoestische eigenschappen zal de piano al gauw gaan ‘galmen’, zeker wanneer de bespeler ook nog eens overdadig pedaalgebruik toepast!

Een tweede probleem is dat de klank van een piano vergelijkbaar met de orgelklank zich heel anders manifesteert in een grote ruimte. De orgelklank behoudt zijn intensiteit, hoe lang je de toets ook vasthoudt. De pianoklank daarentegen geeft bij de aanzet een relatief sterke toon en zwakt daarna snel af. Een vleugel heeft hier minder last van, het geeft een dragender toon door zijn langere snaarlengte, en de intensiteit is groter. Maar voor veel kerken is een (tweedehands) piano al vaak het enige haalbare. Ook hebben oude piano’s vaak de neiging door versleten hamerkoppen ‘knallerig’ te klinken, akoestische ruimtes versterken dit effekt nog eens, met alle gevolgen van dien. Voor samenzang geeft de piano betrekkelijk weinig steun, vooral weer in wat grotere ruimtes, men kan dan bijvoorbeeld in de linkerhand oktaaf-verdubbeling toepassen.

Bijvoorbeeld GvL 423 De kinderen van Jeruzalem:piano_als_begeleidingsinstrument-1

wordtpiano_als_begeleidingsinstrument-2

Ook een goed hulpmiddel is de intensiteit in stand te houden door een ‘lopende beweging’.

Bijvoorbeeld GvL 529 Uit angst en nood:piano_als_begeleidingsinstrument-3

Dit effekt wordt ook door Antoine Oomen toegepast in bijvoorbeeld GvL 448 Groter dan ons hart:piano_als_begeleidingsinstrument-4

De piano heeft natuurlijk ook zijn voordelen. Het is op een piano gemakkelijker in goede balans met het koor te blijven dan vaak op een orgel. Vooral composities waar grote klankdiversiteiten in voorkomen zijn gemakkelijker hanteerbaar dan op een orgel, waar in zo’n geval veel geregistreerd dient te worden. Ook crescendi en dimenduendi kunnen op de piano worden gevolgd, wat op een orgel zonder zwelkast veel moeilijker is. Er worden door hedendaagse componisten steeds meer composities geschreven voor koor, cantor en volk met pianobegeleiding. Om deze composities tot zijn recht te laten komen is het noodzakelijk ook daadwerkelijk van een piano gebruik te maken. Soms hebben de composities een dusdanig moeilijke piano-partij dat net voor een doorsnee pianist (c.q. organist) te moeilijk is. Probeer dan niet met vallen en opstaan de piano-partij te spelen, maar beperk je tot het spelen van de koorzetting. Omgekeerd ook niet proberen de pianopartij op een orgel te verwezenlijken, allereerst zit je vaak met de omvang en in de tweede plaats is de partij voor een piano geschreven en heeft de componist de piano voor ogen gehad met zijn eigen klankmogelijkheden.

Bijvoorbeeld GvL 489 Lied aan het licht:piano_als_begeleidingsinstrument-5

Koorzetting:piano_als_begeleidingsinstrument-6

Een laatste probleem in dit kader is het zelfstandig pianospel tijdens de dienst. Hiervoor is nog weinig muziek beschikbaar (een idee voor de (kerk)muziekuitgeverijen ?). Neem bij voorkeur een ‘neutraal’ stuk, bijvoorbeeld een rustig middendeel van een sonatine of sonate en niet bijvoorbeeld ‘Ballade pour Adeline’ wat ik onlangs eens hoorde. Het zou fijn zijn wanneer mensen die vanuit de praktijk hiermee te maken hebben, hun ervaringen naar de Redactie van Jubilate zouden doorspelen, dan kunnen we in een volgend artikel hierop nog eens terug komen.