Hoog en zuiver zingen lijkt gemakkelijker dan het is en is van veel factoren afhankelijk.
Cécile Creusen
Jubilate 17, 3 (september 1994)
De hoge en zuivere zang zal aan een aantal basisvoorwaarden moeten voldoen.
De basisvoorwaarden zijn:
1. Laat mijn stembanden toe dat de hoogte gehaald kan worden.
2. Is mijn lijf er fysiek toe in staat. Ben ik fit.
3. Zit mijn adem goed.
4. Is mijn strottehoofd los en ontspannen.
5. Heb ik de juiste plaatsing van de toon.
Aan deze basisvoorwaarden moet gewerkt worden om een gunstig resultaat te krijgen.
Pas als deze voorwaarden in orde zijn, is hoog en zuiver zingen een fluitje van een cent.
In vogelvlucht zal ik wat oefeningen geven om aan de basisvoorwaarden te kunnen werken.
1. Kies in het koor de juiste stemgroep uit. Een verkeerde stemgroep is funest voor de stem. Het maakt niet uit of dat te hoog of te laag is.
2. Ben ik in een goede conditie. Zijn mijn ademhalingsspieren fit.
3. De ademhaling zal ik nog een keer herhalen.
– Ga staan met de voeten in een lichte spreidstand.
– Rug recht, niet hol.
– Schouders laag.
– Hoofd rechtop.
– Adem in en laat de onderste buikspieren, onder de navel, los. Lucht stroomt in. Laat daarna in een stroom de lucht weer uitstromen. De onderste buikspieren gaan vanzelf weer naar binnen. Alles gebeurt heel soepel zonder enige druk. Bij elke nieuwe ademhaling herhaalt zich de hele spierbeweging. Adem nu uit op de vocaal oe op en gemakkelijk liggende toonhoogte. Herhaal dit enkele malen.
Oefen elke dag dan wordt het pas een automatische beweging tijdens het zingen.
Dus nooit de schouders optillen. Controleer het in de spiegel!!!!!
4 en 5. De ontspanning van het strottehoofd en de juiste plaatsing van de toon vatten we in één oefening samen.
Neurie op een willekeurige toonhoogte een m. Als de aangezichtsbeenderen vibreren is de plaatsing van de toon juist. Voer dit zo uit dat er geen druk zit op de keel en het strottehoofd. Verander een paar maal de toonhoogte. Lukt dit, dan maken we van de m een oe. Probeer dezelfde plaatsing te vinden als bij de m. Het strottehoofd moet – zonder druk – weer aangenaam aanvoelen. Probeer op de oe de hoogste toon van het lied te zingen.
Zing nu het hele lied op oe met het losse gevoel en de juiste plaatsing van de toon. Lukt dat niet, probeer dan het lied op de m te zingen.
Tenslotte het lied op de tekst. Blijf erop letten dat het strottehoofd aangenaam aanvoelt. Als de adem goed laag zit, kan het strottehoofd beter loshangen.
Nu volgen er twee liederen met wat hogere noten. Ik zal wat tips geven voor de uitvoering.
Dc inzet is vrij hoog. Neem de plaats van de toon vrij hoog in je gedachte b.v. tussen de ogen of op het voorhoofd. Maak veel ruimte in de mond zodat de lucht zonder belemmering kan uitstromen. Zorg dat de kaak bij het uitspreken van de eerste vier woorden los en open is. Bij de derde regel is er een opgaande lijn. Zorg dat de plaatsing van de toon niet te laag is want we moeten weer naar boven.
Op de octaafsprong in de voorlaatste regel moeten we bedacht zijn. Op ‘Hij zal onze’ niet te zwaar zingen anders kunnen we de sprong niet licht en zuiver nemen.
De melodie van dit lied is meeslepend. We laten ons – zonder ons te verzetten of te forceren – meenemen op de uitademing.
De omvang van de melodie in de eerste drie regels ligt rond het octaaf. We moeten licht van hoog naar laag kunnen bewegen. Op de hoge tonen de kaak los laten hangen zodat er veel ruimte in de mond ontstaat. De tong ligt laag, met de punt tegen de voortanden.
Als we in de vierde regel ‘staan’ zingen dan voelen we dc plaatsing van het woord ‘vol’ op de f’’ al in ons hoofd.
Dat geldt hetzelfde voor ‘het water’ in regel 6.
Neem als regel voor alle hoog gelegen noten dat we de woorden uitspreken als ‘een happend visje in het water‘. De adem moet laag zitten en soepel uitstromen. Schouders zijn laag en ontspannen. De kniegewrichten zijn niet op slot maar licht gebogen. De rug is recht, niet hol want dat belemmert de werking van de ademhalingsspieren. Veel succes met de studie.