Communiezang: onderwijl of na afloop. Brood van leven, levend brood

Als we gaan spreken over de communiezang, moeten we om te beginnen een duidelijk onderscheid maken. Omdat in onze westerse liturgie de communiezang eeuwenlang de zang is geweest ter begeleiding van de communie van de priester (de gelovigen gingen onder een gezongen mis niet ter communie), en deze nuttiging slechts een kort moment duurde, is het zingen van een uitgebreide communiezang, meestal bestaande uit een antifoon met een groot aantal psalmverzen, in onbruik geraakt. Wat overbleef was een enkelvoudige communie-antifoon uit net Graduale, waarbij het zingen van zelfs één psalmvers niet voorkwam, tenzij in de z.g. Requiemmis. In de vernieuwde liturgie, wordt duidelijk gesproken over de mogelijkheid om te zingen tijdens of na het uitreiken van de heilige communie.

Jubilate 21, 1 (januari 1988)

Fr. Nico Wesselingh O.S.B

Ziehier de bedoelde tekst uit het Missale Romanum: “Terwijl het heilig sacrament door priester en gelovigen genuttigd wordt zingt men het gezang bij de communie. Het doel van dit gezang is: de geestelijke vereniging van de communicanten door de eenheid van stemmen uit te drukken, te getuigen van de innerlijke vreugde, en het ontvangen van het Lichaam van Christus nog meer tot iets gemeenschappelijks te maken. Dit gezang wordt ingezet wanneer de priester communiceert en duurt voort, al naar het nuttig lijkt, zolang de gelovigen communiceren. Wordt er een lofzang na de communie gezongen, dan houde men tijdig op met het gezang bij de communie.” (no. 56).

Mogelijkheden

Er kan dus gekozen worden voor een gezang onder het communie-uitreiken en verder niets, voor een gezang na het communie-uitreiken, of voor beide. Bij het maken van de keuze, zal men enkele zaken in de gaten moeten houden. Zingt het koor onder het communiceren, dan zal men er voor zorgen dat het koor ook de gelegenheid krijgt aan de communie deel te nemen. De communie is immers een van de hoogtepunten van de viering, waaraan heel de gemeenschap deel moet kunnen nemen, Als er ook nog een gezang na de communie volgt heeft het z’n voordeel om aan het begin van het communiceren instrumentale muziek te laten horen: b.v. orgelmuziek, of orgel met een ander instrument. Dan krijgen de koorleden de gelegenheid om rustig ter communie te gaan, wat vooral van belang is, als het koor nog op een ‘koorzolder’ staat, achter in de kerk.

Uiteraard kan men ook andersom te werk gaan: het koor begint met het zingen van een kort gezang, waarna de instrumentalisten de verdere tijd onder het uitreiken vullen met muziek. Nog een andere mogelijkheid is: alleen instrumentale muziek onder het communie-uitreiken. Na een korte stilte voor dankzegging wordt dan iets gezongen als afsluiting van de communie-ritus.

Zang onder de communie

Is er geen instrumentale muziek, dan komt de vraag op: door wie moet zo’n gezang worden gezongen? Gezien het gemeenschappelijke gebeuren van het communiceren (Het Missaal zegt: “Terwij| het heilig sacrament door priester en gelovigen genuttigd wordt…”), is gemeenschapszang hier het meest gewenst. Maar wees voorzichtig! Wie op dat ogenblik een strofenlied gaat zingen, zal spoedig merken dat de samenhang niet goed lukt, als het lied niet goed uit het hoofd gekend is. Immers: men staat op van zijn plaats om naar voren te gaan en is ook mentaal bezig met het ontvangen van de communie. Dan ook nog lezen uit een boek is teveel gevraagd. De concentratie wordt toch al op de proef gesteld, als de hele groep in beweging komt en zich gaat verplaatsen. Niet zingen dan? Het kan toch wel, maar dan past het beste een beurtzang, b.v, uit een psalm, met een kort refrein, dat iedereen (spoedig) kent. Een of enkele voorzangers kunnen de verzen zingen, zodat het koor onderwijl rustig kan communiceren. Als voorbeeld drukken wij hier twee gezangen af. Een is afkomstig uit het Graduale Simplex (p. 460). Het betreft psalm 33, vanouds de psalm voor tijdens de communie, gezien het vers: smaakt en ziet: mild is de Heer. Dat vers ‘Gustate…’ wordt hier als keervers gebruikt voor de veertigdagentijd. Het andere keervers, een drievoudig Alleluia, wordt door het jaar gezongen.

Het tweede voorbeeld, in de landstaal nu, komt uit wisselende gezangen, een beurtzang uit de Psalm 145, met een kort en kernachtig keervers.communie1

Na de communie

Als iedereen op zijn plaats is teruggekeerd, kan meteen de communiezang worden gezongen. Men kan ook een ogenblik van stilte inlassen. De cultus van de stilte komt in onze vieringen nauwelijks aan bod. Als er nergens anders een moment van stilte is in de viering, zou men die zeker hier moeten inlassen. Stilte met een eenvoudig en niet opdringend instrumentaal spel kan zeer sfeervol zijn. Aan het einde van die stilte kan dan ook iets gezongen worden waarvan de mensen de tekst niet uit het hoofd kennen. Ze hebben nu immers de liedbundel weer bij de hand

Welke eisen?

Het zal niet moeilijk zijn geschikte gezangen voor dit moment te vinden. Toch dienen wel enkele criteria in acht te worden genomen: de tekst moet bij voorkeur iets met de eucharistie te maken hebben, of met de tijd van het jaar. De tekst moet niet te ‘zwaar’ zijn. Een lied als ‘Uit vuur en ijzer, zuur en zout…’ kan hier echt niet. Ook ‘Zo maar een dak boven wat hoofden’ hoort hier beslist niet thuis. Maar in de Advent zou je best het Rorate hier kunnen zingen. Andere motieven die hier goed op hun plaats zijn: vreugde, lofzang, dankzegging, smeking.

En het koor dan?

Een goede wijze van werken, vooral als het uitreiken wat langer duurt, is de mogelijkheid om te beginnen met een eenvoudig gezang, waaraan de hele gemeenschap kan deelnemen, eventueel voorgezongen door een of enkele cantores. En als dan het koor weer op zijn plaats is, een meerstemmig motet te zingen. Het gemeenschapsvormende van de samenzang is dan aan bod gekomen, en ook het koor kan zich doen horen.

Waarom is niet helemaal duidelijk, maar het lijkt erop dat zo’n moment niet al te eclatant moet zijn. De trompetten moeten nog niet juichen. Dat moment komt nog: als afsluiting van de viering. Voor velen heeft het ontvangen van het Lichaam en Bloed van Christus naast een gemeenschappelijk aspect ook ie1 van individuele devotie en verstilling. Het stil gebed na de communie houdt daar ook verband mee. Een al te luidruchtig klinkend koorzang kan daaraan afbreuk doen.

Elck wat wils?

Wie creatief is, kan van dit moment in de viering best iets maken. Er zijn elementen genoeg: samenzang, koorzang, instrumentale muziek. En de keuze in te spelen of te zingen ‘nummers’ is groot genoeg. Wie het Gregoriaans een goed hart toedraagt, kijke eens in het Graduale (Niet meer vragen welke druk. Er is er maar een meer: die van 1974!). Daar staan, behalve de communio’s bij elke zondag, ook nog een zevental oommunio’s, die op iedere zondag gezongen kunnen worden, omdat de teksten ervan op de eucharistie betrekking hebben. U vindt ze opgenoemd op blz. 391. En neem dan eens de oude traditie ter hand en zing er een paar psalmverzen bij. In het lijstje op diezelfde pagina worden de bijbehorende psalmen en verzen aangegeven.

En laten we eerlijk zijn: goede stilte onder het uitreiken in sobere tijden, b.v. in de veertigdagentijd, kan iets heel indringends hebben als afwisseling.

Slotzang

Al met al hebben we hier alleen nog maar gesproken over de zang onder de communie en na het uitreiken van de communie. De zang die zo hier en daar klinkt na het slotgebed of zelfs na de zegen, en die je de slotzang zou kunnen noemen, vormt weer een hoofdstuk apart, daar gaan we het de volgende keer over hebben. Dat wordt dan waarschijnlijk tevens de laatste aflevering van de tweestemmige ‘motetten’ die Cees Janssens en ondergetekende in zo goede harmonie de laatste jaren op U hebben afgevuurd. Je zou het onze (voorlopige?) slotzang kunnen noemen.communie2

Getagd , .