Bewust zingen 9

Voor uw gevoel misschien wat abrupt sloot ik in het laatste nummer van Jubilate mijn artikel af. We ontmoeten elkaar weer voor het tweede gedeelte van de schriftelijke werkwinkel. Bewust zingen VIII sloot af met een monografische aantekening over Charles Panzera, de grootmeester van het Franse lied, die de lippen betitelde als ‘wonderschone klankkelk’. Moge dit bij u als zanger(es) reeds suggestief gewerkt hebben; dat is immers de opzet van deze rubriek.

Jubilate 21, 3 (september 1988)

Zr. Leonie Schoenmakers

Nu snel door naar het tweede deel van de schriftelijke werkwinkel. In verband met ons uitgangspunt: – Wat is vóór in de mond zingen – vond ik nog een gouden tip voor u bij de Nederlandse zangeres, zangpedagoge. componiste en musicografe Geertruida van Vladeracken († 1947). Als componiste was ze vooral op het kind gericht. Het meest bekend zijn wel de operette ‘Goudhaartje en de troubadour’ en de Bloemencantate. Ook publiceerde ze het zangpedagogisch werkje ‘Beter zingen’. Daarin schrijft ze o.a.: Neem als normaal aan dat de mond geen spleet is, maar een trompet. Hiermee doet u al een belangrijke stap op de weg van de goede toonvorming nl. het richten van de adem, het voor in de mond zingen. Vergeet nooit dat uw wangen en lippen de trompet of trechter hebben te vormen, die de klank naar voren en naar buiten toe brengen (de mondhoeken naar elkaar toe brengen, lippen in bazuinvorm). Zo schept men de gunstigste mogelijkheid voor een volle, ronde, resonerende klank.

Weer terug naar de aktie! We herhalen de melodie van Beaux yeux, voorafgegaan door een pittige ademoefening. Maak de longen leeg door te zeggen pafff. Geef de p wat ademdruk mee en blaas de lucht krachtig uit op fff… gevolgd door een intensieve inademing door de neus. Herhaal dit alles enige keren en dan zingen maar! (De melodie staat afgedrukt in de eerste les van de schriftelijke werkwinkel en wel op pagina 8 van Jubilate Mei 1988).bewust_zingen_8_2

Nog wat stem- en ademtraining aan de hand van een lichtvoetig melodietje:bewust_zingen_9

  • Denk aan ons uitgangspunt vóór in de mond zingen: Lippen gerond enz.
  • d licht aantippen n laten resoneren
  • Herhalen, telkens een halve toon hoger
  • Herhalen in verschillende toonsterkten b.v. mf. p. pp.

Zingen is zó met ons mens zijn verbonden dat zowel lichamelijk als geestelijke factoren ons beïnvloeden. Om het u duidelijk te maken het volgende:

Uit ‘De Tijd’ geknipt: Januari 1988. Een interview met Jasperina de Jong. Ik citeer:

Toen Eric lag te lijden zong ik niet goed. Ik heb anderhalf jaar met een grote steen in mijn buik gelopen. Ik kon niet meer hoog zingen. Ik was m’n hoogte totaal kwijt. Ik ben naar een zangpedagoge gegaan en die zei: “Je zingt verkeerd”. Ik deed niets meer met m’n lijf, terwijl daar beneden, daar moet het gebeuren. Maar (aldus de interviewer) daar zat die steen. Ja, en ik deed daar niks meer, terwijl je door je lijf hoort te zingen. Ze zei: “Doe nou als je zingt je buik es uit, doe m’es naar buiten” en verrek, het was er weer, ik had m’n hoogte terug. Nu is er met m’n stem niets meer aan de hand, hij doet alles wat ik wil.

Einde citaat en tevens einde van de schriftelijke werkwinkel, volgens belofte in twee gedeelten voor u uitgeschreven.ZR. LEONIE SCHOENMAKERS