Articulatie

Goed articuleren: Helder denken en horen, vooral geen bekken trekken!

Als je een baby niet wakker wilt maken zul je zeer zacht en geconcentreerd spreken, zodat je voor die ander toch verstaanbaar bent. Als je verbaasd, blij, verwonderd, opgetogen of boos bent, zal dat de manier van spreken en dus ook de klank beïnvloeden. Denk maar eens hoe blij vrolijk en enthousiast we ‘Hiep, hiep hoera’ voor een jarige zingen. Niemand die zal denken: dit moet ik vooral goed articuleren om verstaanbaar te zijn.

Cathrien Biekens

Oorspronkelijk verschenen in Jubilate januari 2000

De juiste emotie en beleving van de tekst, een goede houding en ademsteun. Een heldere alerte geest en oor zorgt voor een levendig instrument. Alleen dan zal de stem goed kunnen reageren op de juiste mentale instructie.

Een heldere levendig klinkende tekst

De meest gemaakte fout: Als de tekst niet goed verstaanbaar is zal de dirigent om een betere articulatie vragen. Met het gevolg dat men de bewegingen van de mond gaat overdrijven. Alle aandacht zal naar de medeklinker gaan waardoor de klinker wordt verwaarloosd, verstoord en uit de resonans getrokken. Door de medeklinker te overdrijven lijkt het op een duidelijke articulatie maar het tegendeel is waar. Op deze manier neemt de klinkende resonerende klinker in draagkracht af. Klinkers moeten zo lang mogelijk klinken, ondersteund door de adem.

Medeklinkers: het woord zegt het al: mogen meeklinken!

Horen, zien, voelen, niet doen maar laten gebeuren.

Als we bijvoorbeeld een hapje ijs nemen van een theelepeltje dan zal je mond een beetje opengaan, wordt dit een soeplepel dan zal je mond vanzelf verder open gaan. Bij een kus zullen de lippen vanzelf tuiten, ontspannen, zonder overdreven spierspanning!

Oefening: ‘lied van 2000 en één’:
lied

  1. Lees aandachtig de tekst, kijk hierbij in de spiegel, voel, hoor en zie hoe de mond zich normaal ontspannen beweegt.
  2. Lees de tekst nu nog eens, zeer verwonderd met lange klinkers daar waar open en gepuncteerde noten staan. Luister aandachtig en let er op dat de klinkers zo-als, dode-as, die aanblaast vloeiend in elkaar overgaan. Als de mond bij O open is hoef je geen andere vorm aan te nemen voor de A, maar door de A voor de O te horen zal de mond als vanzelf die vorm aannemen.
  3. Inademen in de vorm van de eerste klinker O de mond en keel zijn open. Terwijl je ZO zingt blijft de keelruimte open. Zou je beginnen op de Z dan is alles dicht en afgesloten en heb je tijd en energie nodig om van Z naar O te gaan dit gaan ten koste van de klank. Oefen ook het onjuiste om het verschil te voelen.
  4. Zing: langgerekt: Oooozoooo!Probeer de ruimte en vorm van de O te handhaven. Het moment van de medeklinker is een fractie van een seconde.
  5. Let op; dat bij de klinkers Ode, Oude en Ons de keel openblijft, geen keelaktiviteit, zoals spierspanning en ademstootjes, hierdoor ontstaat een harde steminzet, de zogenaamde Glottisschlag (stemspleetklapje).
  6. Let erop dat de tweede lettergreep, altijd licht is de nadruk ligt op de 1e lettergreep. Laat de klinker ook in de tweede lettergreep in zijn waarde en stel de slotmedeklinker zo lang mogelijk uit, vooral bij het slot ho – re – n!

cathr

Conclusie: een goede articulatie wordt bewerkstelligd door een helder verstand en een alert oor!

Niet door over-activeren van kaak, lippen en tongbewegingen.