Orgelmuziek als intermezzo in de liturgie

Verschenen in Jubilate 18,3 (mei 1985)

Flip Veldmans

Van oudsher is bij de overgang van woorddienst naar eucharistisch gebed orgelspel op zijn plaats, getuige het groot aantal stukken welke hiervoor speciaal gecomponeerd zijn. In de vernieuwde liturgie wordt eveneens als mogelijkheid orgelspel aangegeven naast de offerandezang.

In het lezenswaardige boekje ‘Liturgie vieren op zondag’ staat zelfs dat orgelspel hier veel beter op zijn plaats is dan de offerandezang, wanneer niet een echte processie gehouden wordt met de gaven. Maar hier wordt gesproken over ‘Wat zacht orgelspel’. Deze omschrijving doet niet voldoende recht aan de sfeer en het karakter hetwelk vanuit het orgel tot klinken gebracht kan worden; immers zacht orgelspel kan de suggestie wekken van enige onbestendige en onduidelijke geluiden uit de verte en doen mij teveel denken aan de tijd dat liturgie een gebeuren op zichzelf was waarbij de priester ‘de mis deed’ en de muziek voor ‘opluistering’ zorgde. Die tijd ligt gelukkig achter ons, de liturgische functies zijn niet meer ondergeschikt aan het liturgisch gebeuren, maar maken daadwerkelijk deel uit van die liturgie. Dat geldt niet in de laatste plaats voor het orgelspel.

Het is daarom van het grootste belang kennis te nemen van de orgelliteratuur en met zorg orgelstukken uit te kiezen. In dit verband zou je de vraag kunnen stellen of de organist voldoende moeite doet nieuwe én geschikte orgelmuziek aan te schaffen en te leren spelen. Maakt hij zich er soms niet te gemakkelijk af door ‘maar wat te improviseren’ zonder over echt improvisatorisch talent te beschikken?

Thans volgen een aantal niet te moeilijke orgelstukken uit verschillende stijlperiodes welke een indruk kunnen geven van wat er tijdens de bereiding van de gaven gespeeld zou kunnen worden.

Scan-141229-0001

Scan-141229-0002

Scan-141229-0003

Naast het spelen uit de orgelliteratuur kan instrumentale muziek bijv. een solistisch instrument zoals een blokfluit, dwarsfluit, hobo, viool, trompet, etc. met orgelcontinuo ook voor passende opluistering zorgen. Zorg voor een goede afstemming met het orgel. Om verloop in de stemming te voorkomen moet het solo-instrument bij het afstemmen goed op temperatuur zijn. Zorg eveneens voor een goede klankverhouding tussen het orgel en het solo-instrument. Voor langzame delen uit bijv. een sonate is orgelbegeleiding van een fluit 8’ voldoende, in snelle delen kan eventueel een fluit 4’ bijgetrokken worden.

Getagd , .