Uit de orgelhoek: ‘Zeven was voldoende’

Op de redaktievergadering voorafgaand aan het verschijnen van een nieuwe aflevering van Jubilate worden soms al mijmerend, badinerend of discussiërend nieuwe ideeën gelanceerd. Wanneer dan de overige redaktieleden deze ideeën overnemen en verdere uitwerking geven, lijkt er niets meer in de weg om tot daadwerkelijke uitvoering over te gaan. Zo ontstond afgelopen keer in het gastvrije huis van Theo Klaus het idee om de artikelen ‘gedachten rond een lied’ te koppelen aan informatie over begeleiden voor onze organisten. Kenden we reeds het ‘tandem’ Nico en Cees, vanaf heden mengt zich een tweede duo in de strijd. Maar aangezien het een ‘recreatieve’ race is hoeven de beide ‘koppels’ geen krachtmeting met elkaar te verrichten!

Jubilate 21, 2 (mei 1988)

Flip Veldmans

Heeft Theo Klaus het in zijn artikel over de achtergronden en uitvoeringswijze van het lied ‘Zeven was voldoende’, ik laat een aantal begeleidingen over dit gezang de revue passeren. Allereerst de zetting van de bekende cantor Frits Mehrtens, te vinden in het Liedboek voor de Kerken onder nr. 57A. Veel zettingen in de groene bundel zijn geschikt om als koorzetting te gebruiken, deze bewerking is m.i. een typische orgelbegeleiding. Let op de fraaie tenorpartij in de eerste regel met de syncopen op ‘vijf en twee’, de lage g in de bas kan hier het beste op het pedaal worden gespeeld. De c in de alt (hele noot) in de laatste zin moet worden gebonden aan de es. Het slotakkoord spelen met de bovenste drie noten in de rechterhand of de bastoon in het pedaal.orgelhoek_zeven_was1orgelhoek_zeven_was2

In de bundel ‘Ludiale’, eenvoudige voor- en tussenspelen bij veelgezongen liederen in de Liturgie, van Jan Böhmer, uitgave Pastoraal Centrum Dijkstr. 13 te Aalten staat dit voor- en tussenspel onder nr. 114 afgedrukt:orgelhoek_zeven_was3

Bij het kerkmuziekblad ‘Adem’ in België verscheen als bijlage van aflevering 2, jaargang 1975 onderstaande zetting. Door het gebruik van liggenblijvende tonen meer geschikt als begeleiding bij eenstemmig koor. De zetting heeft een specifieke kleuring door de toepassing van kwintparallellen en septimeakkoorden.

Omdat voorspelen in de groene bundel ontbreken en koorzettingen niet altijd geschikt zijn om als orgelbegeleiding te gebruiken, is er een nieuwe bundel ontstaan, de z.g. ’bruine‘ uitgave.

Steeds wordt een voorspel gegeven met daarna de orgelbegeleiding in overwegend driestemmige zetting. Onderstaande is van de Groningse kerkmusicus Evert Westra:orgelhoek_zeven_was4

Het voorspel kan eventueel op twee klavieren gespeeld worden. Bijv. met Prestant 8’ en Octaaf 4’ in de linkerhand, en rechts Holpijp 8’ en Fluit 4’. De liedbegeleiding kan dan met Prestant 8 en 4 gespeeld worden en er hoeft niet meer van registratie te worden gewisseld. Dit bevordert de rust in de overgang van voorspel naar begeleiding. Overigens is er ook nog een blauwe uitgave van het Liedboek, waar steeds een uitgebreid voorspel (wat ook als zelfstandig orgelstuk kan dienen), een korte intonatie en de begeleiding van het gezang in staat. Het Liedboek is een uitgave van het Boekencentrum te Den Haag. In Harmonie deel I van Jan Böhmer, uitgave Harmonia Hilversum trof ik deze zetting aan. Let bij het voorspel op de canon tussen de rechter- en de linkerhand. Fraseer steeds nauwkeurig bij de aangegeven komma’s, de andere hand gaat op dat moment gewoon door, dit vergt enige studie en werkt bevorderend voor de zelfstandigheid van beide handen.orgelhoek_zeven_was5orgelhoek_zeven_was6

Tenslotte nog wat algemene opmerkingen. Speel het voorspel in precies hetzelfde tempo als de liedzetting, neem hiervoor een andere registratie, bijv. enkele fluitregisters op een tweede klavier. Maak op het einde van het voorspel geen groot ritenuto met een lange slotnoot maar laat de begeleiding aansluiten in hetzelfde metrum, zo ontstaat een harmonisch geheel tussen voorspel en begeleiding. Speel het ritme exact, de hele noot op het einde van de eerste zin zou aanleiding kunnen geven op een te vroege inzet van de tweede zin. ‘Adem mee’ met het koor, neem de frasering steeds af van de voorgaande noot, waardoor de inzet van de volgende zin steeds op tijd komt. Maak geen grote rust tussen de coupletten maar denk steeds door in het gegeven metrum.