‘Toen de dag van Pinksteren aanbrak’

Symbolen van de Geest

In het tweede hoofdstuk van de Handelingen van de Apostelen vertelt Lukas ons het verhaal van de nederdaling van de Heilige Geest “toen de dag van Pinksteren aanbrak” (Hand.2,1). Hij vertelt dat er plotseling uit de hemel een gedruis kwam alsof er een hevige wind opstak (vers 2). Hij vertelt ook dat aan de leerlingen iets verscheen dat op vuur geleek. In tongen verdeeld zette het zich neer op ieder van hen (vers 3). De betekenis van deze verschijnselen komt in vers 4 ter sprake: “zij werden allen vervuld van de heilige Geest”. Het verhaal is bekend. Wij horen het ieder jaar opnieuw in de liturgie van Pinksteren.

Cees Janssens

Jubilate 29, 2 (mei 1996)

Als een duif

In de loop der eeuwen is het verhaal van Pinksteren ontelbare malen uitgebeeld. In miniaturen, op schilderijen, ikonen, glasramen etc. Vaak zien wij op deze afbeeldingen dat de kunstenaar heel vrij omgaat met de tekst van de Handelingen. Het verhaal spreekt over het komen van de Geest met behulp van beelden als gedruis, wind, tongen en vuur. De kunstenaar gaat dikwijls een stap verder en beeldt de Geest zelf af, in de gedaante van een duif.

Iets waarover de tekst van de Handelingen in alle talen zwijgt. De vindplaats van deze toevoeging hoeven wij niet ver te zoeken. De kunst speelt leentjebuur bij een ander bijbelverhaal, dat van het doopsel van Jesus in de Jordaan. Dezelfde Lukas die het pinksterverhaal schreef, zegt in zijn doopverhaal dat “de heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif” over Jesus neerdaalde (Lk. 3, 22). Bij de andere evangelisten treffen wij een soortgelijke notitie aan (Mt. 3, I6; Mk. 1, l0; joh. 1, 32).

Herkomst onbekend

In de christelijke kunst van het Westen is de uitbeelding van de Geest in de gedaante van een duif klassiek geworden. Wij weten niet beter of het hoort zo. Vanzelfsprekend is deze uitbeelding echter allerminst. Hoe kwam men er toe zich de Geest voor te stellen als een duif? Tot op de dag van vandaag moeten wij het antwoord op deze vraag schuldig blijven. Wij zijn aangewezen op vermoedens, theorieën en hypothesen. Zo wijst men wel naar het scheppingsverhaal. Daar lezen wij in Gen. 1, 2 dat “de geest van God zweefde boven de wateren”. Een oude joodse traditie tekent daarbij aan: “zoals een vogel boven zijn nest zweeft”. Nu is een duif wel een vogel, maar niet elke vogel is een duif, zodat deze verwijzing ons niet veel verder brengt.

Elementen als symbool

De christelijke traditie is rijk aan symbolen waarmee zij de Geest aanduidt. Deze veelheid wekt op het eerste gezicht de indruk een nogal willekeurig samenraapsel te zijn. Dat is echter niet zo. De meest gebruikte symbolen hebben rechtstreeks te maken met de elementen die de mens in vroeger eeuw beschouwde als de bouwstenen van de werkelijkheid waarin hij leefde. Het gaat daarbij om vier elementen: aarde, lucht, water en vuur. De mens weet zich gevormd uit stof, van de aarde genomen, zoals het te lezen staat in Gen. 2, 7a. Dat betekent: mens en aarde worden ten nauwste met elkaar verbonden. De menselijke werkelijkheid is allereerst een aardse werkelijkheid.

Aarde en lucht

Daarmee is de mens echter onvoldoende getekend. Hij is meer dan louter aarde. Nadat God de mens had geboetseerd blies Hij hem de levensadem in de neus: werd de mens een levend wezen (Gen. 2, 7b).

Levensadem, één van de vele vormen waarin het element lucht zich aan ons voordoet. Een eerste symbool van de geest (met een kleine letter) en van Geest (met een hoofdletter). De Geest die levend maakt. Met de woorden van de geloofsbelijdenis: “de heilige Geest, die Heer is en het leven geeft". Talloos zijn de teksten over de Geest die spreken vanuit dit perspectief. In het vierde evangelie de uitspraak van Jesus: “De wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn gesuis, maar weet niet waar hi] vandaan komt en waar hi] heengaat. Zo is het met ieder die geboren is uit het blazen van de Geest” (Joh. 3, 8). In datzelfde vierde evangelie horen wij over Jesus dat Hij over zijn leerlingen blies en zei: ontvangt de heilige Geest (Joh. 20, 22). Wanneer wij in het Pinksterverhaal horen van “een gedruis alsof er een hevige wind opstak” (Hand. 2, 2) gaat het om dezelfde symboliek.

Water…

Vier elementen. Eén daarvan karakteriseert de mens in zijn aardsheid. De overige drie: lucht, water en vuur, gelden daarentegen als symbolen van de Geest. De Geest die niet van deze aarde stamt, maar van Godswege tot haar komt. De Geest die weldadig op de aarde inwerkt opdat zij niet dor en droog, niet koud en kil blijft, maar lééft. Ook in het element van het water ziet de traditie een symbool van de Geest. “Als iemand dorst heeft”, zo horen wij Jesus zeggen, “hij kome tot Mij; wie in Mij gelooft. hij drinke! Zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Hiermee doelde Hij op de Geest…” (Joh. 7, 37–39). Van de stervende Jesus zegt het evangelie: “Hij boog het hoofd en gaf de geest” (Joh. 19, 30), hier ook te verstaan als: Hij gaf de Geest (met een hoofdletter). Wanneer een van de soldaten vervolgens zijn zijde met een lans doorsteekt komt er bloed en water uit (Joh. 19, 34). Water als symbool van de Geest. Nog een verwijzing. Waar in het eucharistisch gebed wordt gevraagd om de komst van de Geest over de gaven van brood en wijn wordt soms ook het beeld van het water gebezigd, in een van zijn tederste vormen: “Heilig dan deze gaven met de dauw van uw heilige Geest…” (Euch. Gebed 11c)

…En vuur

Over het vierde element, het vuur, behoeven wij niet uit te weiden. Het vuur als symbool van de Geest is ons vertrouwd. Het pinksterverhaal maakt er ook melding van: “Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest” (Hand. 2, 3–4). In de viering van de eucharistie klinkt regelmatig de bede: “Raak ons met het vuur van uw Geest en breng ons elkaar nabij" (Euch. Gebed V). En om nooit te vergeten is er de vermaning van Paulus: “Blus de Geest niet uit” (1 Thess. 5, 19).

Water en vuur

Zij gelden bij ons als een tegenstelling: water en vuur. In het domein van de symboliek is daarvan geen sprake. Om de werking van de Geest aan te duiden kunnen water en vuur samengaan. De Byzantijnse liturgie kent een ritueel waarin dit samengaan heel plastisch wordt uitgedrukt. Voordat de gelovigen naderen om te communiceren giet de priester heet water in de kelk. Daarbij spreekt hij de woorden: “Gloed van geloof, vol van heilige Geest”.

Wanneer het gaat om symbolen van de Geest zijn wij rijker dan menigeen denkt.

Getagd .