Sterretjes, maar niet van Bethlehem

Wie in het oude Graduale Romanum of in het Liber usualis kijkt, en ziet hoeveel sterretjes er in de zangstukken staan, zal mogelijk sterretjes voor zijn ogen gaan zien. Soms staan er zelfs twee sterretjes naast elkaar. Wie de oude met de nieuwe boeken vergelijkt, kan constateren dat er veel minder sterretjes staan in de nieuwe. Waarom? En wat moet je met die sterretjes? Betekenen ze allemaal hetzelfde? Daarover gaat dit artikeltje.

Jubilate 23, 1 (januari 1990)

Fr. Nico Wesselingh O.S.B.

Intonatiesterretje

Aan het begin van een Gregoriaanse compositie staat, na een of na enkele woorden, in de tekst een sterretje. Die eerste frase kan worden gebruikt om door één of enkele mensen te laten zingen als intonatie. Daarmee wordt dan aangegeven: de toonhoogte, het tempo en eventueel het karakter van het te zingen stuk. Het intoneren (aanheffen) van een Gregoriaans stuk is dus meer dan zomaar een kans voor een solist om te schitteren. Wat na het sterretje volgt is zó met het voorgaande verbonden, dat het niet verantwoord is daarvan een zelfstandig iets te maken. Dat is niet zomaar een vinding van mij. In het vernieuwde Graduale staat een duidelijke opmerking in dit verband: Het sterretje dient als een aanwijzing, zoiets van: tot hier kun je de intonatie laten zingen. Je mag het ook anders doen. Letterlijk staat er: “Men kan de aanhef ook korter of langer maken, of, nog beter, het gezang met allen tegelijk beginnen.” Met een goede dirigent voor een schola moet dat mogelijk zijn.

Langer of korter

Ter verduidelijking een paar voorbeelden uit het Graduale. Op blz. 108 staat de Introitus Laetare * Ierusalem. Het sterretje staat achter Laetare, maar wie die eerste woorden zingt merkt dat het woord Jerusalem zo omhoogschiet uit het woord Laetare, dat je je bijna moet inhouden om niet ook het woord Jerusalem meteen erachter te zingen. Hier zou je de aanhef dus eerder langer maken.sterretjes1

Ook een voorbeeld van de mogelijkheid om de intonatie korter te maken Op blz. 202 staat de introitus van dinsdag in de Paasweek: Aqua sapientiae. * Hier zou het intonatie sterretje gemakkelijk, en ik denk zelfs beter, achter Aqua kunnen staan. Merk trouwens op, dat deze verkorte aanhef sterk lijkt op die van de Dagmis van Kerstmis: Puer *sterretjes2 .

Verplaatste sterretjes

Op een aantal punten in ons Graduale zijn de sterretjes verplaatst. Wie in een oud Graduale kijkt ziet b.v. bij Pinksteren de Communio-aanhef als volgt aangegeven: Factus est *. In ons nieuwe Graduale is dat geworden: Factus est repente. Hoewel de aanhef melodisch op die van Kerstmis lijkt en op de hier afgedrukte ‘Aqua’, heeft men er toch de voorkeur aan gegeven om het sterretje te verplaatsen. En terecht. Want in de andere voorbeelden loopt de melodie gewoon verder. Bij deze Communio wordt na ‘repente’ een melodische frase afgesloten. Bij ‘de caelo’ begint iets nieuws. Ik heb ze nooit geteld, maar ik denk dat zeker enkele tientallen sterretjes zijn verplaatst.sterretjes3

Aansluiten

Op veel koren probeerde men met veel zorg, en vaak met wisselend resultaat, om geen ruimte te houden tussen de aanhef en het vervolg door het koor.

Het leek dan wel of het koor in de startblokken stond om de fakkel van de voorzangers over te nemen als in een estafetteloop. Het resultaat was vaak onrustig en ook wat schichtig: geen echte koorinzet. Daarom denk ik dat het overweging verdient om alle intonaties door allen te laten zingen, hoezeer ik ook voor afwisseling ben in de uitvoering van het Gregoriaans. Veel koren zouden ermee winnen als men de aanhef met allen tegelijk zong en het vers achter de introitus-antifoon en ook de verzen van Graduale en Alleluia met slechts een of enkele zangers.

Verdwenen sterretjes

Het lijkt wel het verhaal van de Drie Koningen: in het nieuwe Graduale zijn nogal wat sterretjes verdwenen die in het Oude Graduale wel voorkwamen. Allereerst zie je in het oude Graduale in elk Alleluia een sterretje staan. Tot zover zongen de voorzangers, waarna het koor het overnam. Over dit sterretje hoeven we niet te praten. Het voorwoord van het Graduale geeft twee mogelijkheden aan: Of de zangers zingen het Alleluia in zijn geheel, dus met Jubilus, voor en het koor herhaalt het. Of het hele koor zingt eenmaal het Alleluia met Jubilus. Het sterretje is daar dus geheel overbodig geworden.

Dan zijn er nog: de sterretjes die in Graduale, Alleluia en Tractus aan het eind van het vers of van de verzen stonden. Bedoeling hiervan was, dat het koor daar de zang van de voorzangers overnam en het gezang tot het einde vervolgde. Aangezien we nu wat meer de rolverdeling in de gaten houden, is de regel dat de voorzangers:

het vers van het Graduale helemaal afzingen, waarna dan het koor het Graduale van voren af aan kan hernemen, waarbij dus het intonatiesterretje niet in acht wordt genomen;

het vers van het Alleluia geheel afzingen, en het koor het Alleluia herneemt;

of de anderen, die het laatste vers van de Tractus zingen, dat laatste vers tot het einde toe zingen en daarmee de zang van de Tractus besluiten.

Nog meer sterretjes

Om volledig te zijn: Er zijn behalve de genoemde sterretjes nog twee andere soorten, die echter weinig aandacht vragen.

In psalmodie staat steeds een sterretje om de pauze tussen de z.g. halfverzen aan te geven. Zie b.v. p. 690 en p. 856 van het Graduale Romanum. Deze pauze, mediant genoemd, vraagt bij Psalmodie extra aandacht, maar valt hier buiten beschouwing.sterretjes4

Dan zijn er nog de sterretjes, die voorkomen in sommige slot-kyrie’s uit het Kyriale (Zie voorbeeld 5). Als het slotkyrie drie incisies telt, wordt tussen de eerste en de tweede incisie (vaak een herhaling van het voorgaande stukje melodie) één sterretje geplaatst, tussen de tweede en de derde incisie (de afsluiting) een dubbel sterretje. Bij deze sterretjes kan men een ‘ro|verdeling’ toepassen, als de slotfrase maar door allen gezongen wordt en niet door een paar zangers alleen.sterretjes5

Tot zover dit verhaal over sterretjes. Ik hoop dat u nu geen sterretjes voor uw ogen gaat zien, maar gewoon de schoonheid van het Gregoriaans dient met een duidelijk inzicht en een goede toepassing van de sterretjes.