Uit de orgelhoek: Omgaan met kerktoonladders 1

In de vorige aflevering van Jubilate heb ik beloofd net een en ander over de orgelbegeleiding in kerktoonladdlers te vertellen, dit naar aanleiding van de werkwinkel voor organisten op de Kontaktdag van dit jaar te Etten-Leur.

Jubilate 23, 2 (september 1990)

Flip Veldmans

Allereerst is het van belang de karakterverschillen van de diverse toonladders te onderscheiden. Speel eens de toonladder van C groot (majeur) en daarna de toonladder van a klein (mineur). Speel in de mineur-ladder in plaats van een g een gis, omdat we bij mineur in de regel uitgaan van de harmonische kleine terts toonladder, dat wil zeggen de zevende toon wordt verhoogd en heet leidtoon. De leidtoon is geen ‘vaste’ verhoging aangegeven na de sleutel, maar moet steeds worden genoteerd.kerktoonladders1_1

Zie de verschillen in hele en halve tonen.

Het spelen van majeur en mineur moet in de meest gangbare toonsoorten moeiteloos toegepast kunnen worden om een goed inzicht te hebben van de tonen die gebruikt worden, en het aantal kruizen of mollen, dus de voortekens, die erin voorkomen. U hoort hopelijk ook duidelijk het karakterverschil tussen majeur en mineur.

Deze verschillen gelden nog sterker voor de kerktoonladders. Elke reeks heeft zijn eigen ‘karakteristiek’ waarvan gebruik gemaakt kan worden in de begeleiding en die mede de kleur bepaalt van de toonreeks. De eerste kerktoonladder is de dorische ladder, als volgt opgebouwd:kerktoonladders1_2

Let weer op de opeenvolging van hele en halve tonen. Als we d-dorisch vergelijken met d-mineur dan zien we dat met name de zesde toon verschilt:kerktoonladders1_3

(de leidtoon laat ik voor het gemak even buiten beschouwing). Het karakteristieke interval d – b staat bekend als de ‘dorische sext’ en geeft kleur aan de dorische toonladder.

De volgende kerktoonladder is de frygische ladder:kerktoonladders1_4

Gemakshalve ga ik steeds uit van de natuurlijke tonen van de toonladder, we hebben dan geen ‘last’ van verhogingen en verlagingen en de opeenvolging van hele en halve tonen komt duidelijker naar voren. Ook nu weer maken we een vergelijking met de mineur-toonladder:kerktoonladders1_5a

Onmiddellijk bij de tweede noot valt een verschil te bemerken. Deze sekunde heet de ‘frygische sekunde’ en draagt weer bij aan de eigen kleur van deze reeks.

Nu volgt de lydische toonladder:kerktoonladders1_6

Bij de dorische en frygische ladder maakten we een vergelijking met een kleine terts toonladder, deze reeks en ook de volgende ladder kunnen we het beste vergelijken met een grote terts toonladder, vanwege de afstand van de eerste naar de derde toon:kerktoonladders1_7

Ziet u de ‘lydische kwart’?

Dan volgt de vijfde reeks, metals karakteristiek de ‘mixolydische septiem’:kerktoonladders1_8

Tenslotte zien we dat een aeolische toonladder praktisch overeenkomt met de kleine terts toonladder:kerktoonladders1_9

Bij het bepalen van de toonsoort kijken we steeds naar de slotnoot in kombinatie met de voortekens. Vraag steeds af of het majeur of mineur is, zoniet, dan kijken naar de kerktoonladders. Bij dorisch is het verschil een sekunde; d-dorisch heeft de voortekens van C, e-dorisch de voortekens van D, enzovoort, Bij frygisch is het verschil een grote terts; g-frygisch heeft de voortekens van Es, b-frygisch de voortekens van G, enzovoort.

Lydisch, het verschil is nu een reine kwart, g-lydisch voortekens van D, c-lydisch voortekens van G. U begrijpt het systeem al?

Mixolydisch, verschil een reine kwint; e-mixolydisch voortekens van A. Vaak staat een gehele melodie niet in dezelfde toonsoort.

Voorbeeld GvL 306:kerktoonladders1_10

Het begin staat in a, op Jezus gaan we naar d-dorisch, waarbij we het a-akkoord kunnen beschouwen als dominant van d, ‘wij verkondigen uw dood’ gaat naar F, het einde staat in e-frygisch, waarbij e weer de dominant is van het beginakkoord a. U ziet, voordat je begint te spelen en te harmoniseren eerst de melodie goed analyseren.

In een volgende aflevering zullen we aan de hand van een aantal voorbeelden het begeleiden in kerktoonladders gaan bekijken.