Het mysterie van de juiste ademtechniek

1. Introductie

Als nieuwe columniste in de rubriek ‘stemvorming’ zal ik mij even aan u voorstellen.

Cécile Creusen is mijn naam. lk studeer momenteel nog zang aan het Rotterdams Conservatorium bij Wendela Bronsgeest en hoop volgend jaar deze studie te beëindigen. lk geef privézanglessen en daarnaast stemvorming aan de jongens van het Sacramentskoor in Breda. Zelf maak ik deel uit van een klein ensemble ‘de Lambertus Cantorij’ te Etten-Leur dat onder leiding van Michel Gottmer staat. Voorts ben ik als solist te horen bij koorconcerten en recitals.

Jubilate 24,2 (mei 1991)

Cecile Creusen

Zoals de titel al verraadt, wil ik het hebben over de voor mij juiste ademtechniek en de toepassing ervan bij het zingen. U zult wel denken weer die ademhaling? Ja, want de ademhaling vormt een van de belangrijkste basiselementen van de zangtechniek.

2. Waarom ademen wij?

Op de eerste plaats om ons lichaam van zuurstof te voorzien. In verband met het zingen ademen wij om tijdens de uitademing onze stembanden in trilling te brengen waardoor er een toon geproduceerd kan worden.

Om optimaal van ons ademhalingsapparaat (longen, luchtpijp, borstkas, spieren) gebruik te kunnen maken, moet onze lichaamshouding stabiel en ontspannen zijn.

3. De ideale houding

De voeten iets uit elkaar, het gewicht voor 2/3 op de voorvoet laten rusten. De knieën moeten licht gebogen (niet op slot) zijn. Als we verder naar boven kijken dan dienen de heupen zich lijnrecht boven de knieën te bevinden. Gaan we nog verder naar boven dan staan de schouders weer in één lijn met de heupen. Het lichaam wordt dus logisch opgebouwd. Het hoofd zit in het verlengde van de ruggegraat en moet soepel kunnen bewegen. Niet te ver naar voren of achter bewegen. Als we recht vooruit kijken, richting dirigent, dan staat het hoofd in de juiste positie, Alleen in een logisch opgebouwd lichaam is een natuurlijke ademhaling mogelijk.

4. De ademhaling

Laat ik voor u eens de belangrijkste elementen van de ademtechniek en de toepassing ervan op een rijtje zetten. Als wij inademen gaat het middenrif omlaag, de ribben van de borstkas zetten uit en de longen vullen zich met lucht. Omdat de borstkas zich vergroot, wordt de buikholte verkleind met het gevolg dat de ingewanden in de buikholte een uitweg zoeken en de buikwand iets naar voren gaat.

Welke van deze logische gevolgen zijn voor zangers belangrijk. Aansluitend op het bovenstaande, is het belangrijk dat tijdens de ademhaling de schouders laag blijven. De onderste ribben zetten uit en de buikwand moet vrij kunnen bewegen. Dus niet bang zijn voor een ‘dikke’ buik.

Oefening 1

Denk als u inademt alleen aan het uitzetten van de onderste ribben (die zitten bijna in uw middel) en een losse buik. Als u namelijk de ribben uitzet heeft u vanzelf al ingeademd. Let er ook op dat de ademweg vrij is. Dat betekent een open mond, de keelholte is ontspannen en de luchtpijp voelt open als een orgelpijp. De ademweg is vrij als de ademhaling geruisloos verloopt.

Oefening 2juiste_ademtechniek-1

Bij deze oefening kunt u wat geluid produceren met de bovenstaande wijze van ademhalen.

U zingt de eerste twee tonen op ‘noe oe’ – dan ademt u uit en weer in – dan de volgende twee tonen op ‘noe oe’ – dan ademt u weer uit en in – dan de laatste vijf tonen op een adem. Bij elke ademhaling denken: de onderste ribben uit, schouders laag, een losse buik, en een niet hoorbare ademhaling.

Toepassing

Als de twee aangegeven oefeningen soepel verlopen, is toepassing op de volgende liederen mogelijk.

Lied 1: ‘Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer.’ In dit lied staat na elke frase een rust, op deze plaats kunnen we dus ademhalen. Hier hebben we even tijd. Wel door blijven tellen. Probeer tijdens dit lied de behandelde ademhaling toe te passen. Zorg ervoor dat niet in het eerste woord al de helft van onze kostbare adem is vervlogen. Probeer de adem gelijkmatig over de zin te verdelen. Het laatste woord zal dan net zo duidelijk zijn als het eerste.

In de ademlengte kunnen we ons trainen door af en toe het tempo wat langzamer te nemen en toch de zinnen op een adem te zingen.juiste_ademtechniek-2

Lied 2: ‘Tot U ben ik gezonden.’ In dit lied is geen rust te bekennen, het stroomt de hele tijd door. Hier is het belangrijk dat de ademhaling zeer snel gebeurt zodat er geen ‘gaten’ vallen. De ademplaatsen zijn nu de plaatsen waar in de tekst komma’s staan of de plaatsen waar men in de spreektaal ook adem zou halen. Nooit midden in een woord. Probeer het eens.juiste_ademtechniek-3

Ik hoop met deze tips het mysterie van de juiste ademtechniek voor u enigszins te hebben verduidelijkt. Succes ermee.