Liturgische verkenningen: Vespervieringen

Onze zangbundels maken het ons niet gemakkelijk wanneer het gaat om de viering van de getijden, van lauden en vespers, van morgen- en avondgebed. Als kinderen van hun tijd dragen zij alle min of meer het stempel van de heersende eucharistische monocultuur. Met alle gevolgen vandien. Wil men in een parochie een liturgisch morgen- of avondgebed gaan praktiseren, dan kan men met de bestaande bundels met een beetje goede wil wel uit de voeten, maar daar blijft het dan ook bij. Zelfs met Gezangen voor Liturgie, de beste bundel tot nu toe, blijft het behelpen.

Jubilate 24, 2 (mei 1991)

Cees Janssens

Problemen zijn er om te worden opgelost. De volkswijsheid weet van een wil en een weg. Waar de wil aanwezig is laat de weg zich vinden, ook inzake de getijdenliturgie.

De lof van het licht

Een parochiële vesperviering vraagt om de nodige rituele elementen. Het verdient daarom aanbeveling zo’n viering te beginnen met een licht- en/of een wierookritus. De lichtritus kan vooral functioneren wanneer de viering wordt gehouden bij het invallen van de duisternis. Om te weten waarom het hier gaat vergelijke men het begin van de paaswake. Licht, wierook en Exsultet vormen daar samen een ritueel dat – in meer bescheiden vorm – ook bij het begin van een vesperviering kan worden gebruikt.

Wat het eucharistisch gebed is bij de viering van de eucharistie, wat de zegening over het water is bij het doopsel, dat is de dankzegging voor het licht bij het begin van de vespers.

‘Dit is de nacht waarvan geschreven staat: voor U is het donker niet duister, de nacht zo licht als de dag’, aldus de paasjubel die het Exsultet is. ‘Aanvaard dan, heilige Vader, in deze nacht de lofprijzing die de Kerk U bij dit licht als een avondoffer aanbiedt’ heet het vervolgens. Een vesperdienst kan op soortgelijke wijze beginnen.

‘Vriendelijk licht’

Het inmiddels verschenen nieuwe Getijdenboek, Gebeden voor elke Dag, kan ons goede diensten bewijzen wanneer wij de dankzegging voor het licht in de vorm van een hymne willen uitzingen. Niet alle in dit boek opgenomen teksten verdienen een schoonheidsprijs, maar er blijven er genoeg over die zeer wel bruikbaar zijn.

Vroeger wezen wij reeds op het aloude ’Vriendelijk licht’ in onberijmde (blz. 692) en berijmde vorm (blz, 699). Met muzieknotatie afgedrukt in Zingt Jubilate als nr. 801 en 803. Een tekst die het verdient ook in onze dagen tot klinken te worden gebracht.

In aansluiting bij deze of een andere hymne kan de dankzegging voor het licht nader worden vertolkt in een zegenbede, die een vast onderdeel van elke vesperviering kan vormen. Dat ontstaat het feest der herkenning. Goede liturgie kan er niet buiten.

Zo zou het kunnen

Bij wijze van voorbeeld drukken wij hier de tekst af van een dankzegging voor het licht. Een zegenbede in bijbelse zin, waarin de lof van het licht wordt bezongen.

Van de opgang der zon tot aan haar ondergang zij uw Naam geprezen, eeuwige God, schepper der wereld, bron van alle leven. Gij zijt het licht zelf en de duisternis is voor U niet donker. In het begin hebt Gij alles in het bestaan geroepen: hemel en aarde – zon, maan en sterren. Door uw woord laat Gij het licht wijken voor de duisternis en de duisternis voor het licht. Met uw zon verlicht Gij onze dagen, en – als een vuurzuil – zijt Gij ons licht in de nacht. In het ontoegankelijke licht is uw woning. Duister schijnt Gij ons toe, want onze ogen kunnen uw glans niet verdragen. Geen mens heeft U ooit gezien.

Wij danken U, dat Gij uit uw verborgenheid zijt getreden. Uw heerlijkheid en uw menslievendheid zijn ons verschenen in het gelaat van een mens: Jesus Messias. Licht uit Licht; licht dat de nacht verlicht door zelf op te branden; licht en leven voor de gehele wereld.

Wij smeken U, Vader, neem dit licht aan dat wij op deze avond vol vreugde en dankbaarheid hebben ontstoken. In dit licht mogen wij, als in een spiegel, uw eigen licht aanschouwen. Geef dat wij, wakend en slapend, Hem voor ogen houden: Jesus Christus. Laat ons van Hem licht ontvangen: de kracht tot overgave, de hoop op leven Laat ons dit licht doorgeven, en laat ons, de lampen brandend, uitzien naar de morgen van de dag, die geen avond kent. Dan zullen wij U zien, zoals Gij zijt, van aangezicht tot aangezicht. Dan brengen wij U, Vader, onze lofprijzing, door de Zoon in de Heilige Geest van eeuwigheid tot eeuwigheid.”

De voorganger zingt of zegt deze tekst. Op de scharniermomenten kan een acclamatie worden gezongen door allen. Is de dienst begonnen met ‘vriendelijk licht’ dan zou een van de strofen daarvan als acclamatie kunnen fungeren. De lichtritus wordt op deze manier een samenhangend geheel met een markant gezicht.

Voorbedelitanie

Een goed begin is het halve werk. Een goed einde is ook nooit weg. Daarom nog een opmerking over de voorbede, een onmisbaar element in een vesperviering. Her en der blijft het vaak sukkelen met de voorbede. Een aanwijzing. Houd de gebedsintenties kort en vooral ook concreet, maak gebruik van een gezongen gebedsrefrein en geef het geheel een litanie-achtig karakter. De voorbede is geen lezing, geen toespraak of preek, de voorbede is een gebed. Gebed van allen voor allen. Het nieuwe Getijdenboek kan ook hier goede diensten bewijzen. Een voorbeeld (blz. 1747):

“Wenden wij ons met een oprecht hart tot God die zorg draagt voor alle mensen en bidden wij: Heer, kom uw volk te hulp. Breng door toedoen van de kerk alle mensen tot eenheid.

Bescherm onze Paus Johannes Paulus
Zegen onze Bisschop Hubertus
Geef leiding aan de ambtsdragers van uw kerk.
Heilig allen die tot uw volk behoren.
Wijd uw aandacht en zorg aan de arbeiders.
Laat allen die rijk zijn, op de juiste wijze omgaan met hun bezit.
Help de zwakken.
Bevrijd de gevangenen. Behoed de wereld voor aardbevingen.
Bewaar ons voor een plotselinge dood.
Laat alle overledenen U zien van aangezicht tot aangezicht.”

Wie denkt dat hij het beter kan, hij ga zijn gang. Voor alle anderen geldt dat hier nog iets te leren valt.

Getagd , .