Heures Mystiques opus 29 van Léon Boëllmann

Verschenen in Jubilate 17,2 (mei 1984)

Heures Mystiques 1

De bekende organist en componist Léon Boëllmann (1862–1897) is op twee terreinen compositorisch werkzaam geweest: de kamermuziek en de orgelwerken. De kamermuziekcomponist Boëllmann is de man van de wereld, de viool, de cello, het orkest, de piano, de menselijke stem zijn de voertuigen van zijn creativiteit. Daartegenover staat de orgelcomponist Boëllmann, de man die zich in dienst stelt van de kerk, scheppend verstaanbare muziek, probleemloos in melodiek en harmoniek. Zijn taal is objectief en voldoet aan de eisen van liturgische functionaliteit. Het orgel beschouwt hij ais het instrument, in plaats en functie gebonden aan het instituut kerk. Van zijn 22 orgelcomposities hebben 14 reeds in de betiteling reminiscenties aan een liturgisch-religieuze praktijk.

Boëllmann had als organist aan de Saint-Vincent-de-Paul te Parijs een orgel ter beschikking waarop de grootste voorbeelden van symfonische orgelkunst verklankt konden worden. Het werd gebouwd door Aristide Cavaillé-Coil en in gebruik genomen op 26 januari 1852. Het orgel telt 47 registers, verdeeld over drie manualen en pedaal.

Heures Mystiques 2

Voor orgel of harmonium componeerde hij in 1896, één jaar voor zijn dood ‘Heures Mistiques’ opus 29. In 1975 zijn ze in drie afzonderlijke deeltjes bij Harmonia te Hilversum opnieuw uitgegeven onder redactie van Piet van der Steen. Deel I bestaat uit Entrées Offertoires, Deel II uit Elévations Communions Sorties, Deel III uit Versets.

Heures Mystiques 3

Heures Mystiques 4

De ‘Heures Mistiques’ zijn een verzameling stukken voor orgel of harmonium, honderd in getal, die zoals de afzonderlijke titels al aangeven, primair bedoeld zijn voor gebruik in de liturgie. Bij het componeren heeft Boëllmann het harmonium als uitgangspunt genomen, gezien de registratieaanwijzingen, het overwegend langzame tempo van de stukken en het op een enkele uitzondering na ontbreken van een pedaalpartij.

Bij het spelen van de stukken op een orgel doet de organist er goed aan de intieme en poëtische klanksfeer van het Franse harmonium in gedachten te houden. Het harmonium had een of twee manualen (beide tussen e’ en f’ gescheiden in bas en discant), geen pedaal, een tamelijk uniforme klankkleur en mogelijkheden voor dynamische schakering.

Slechts een enkele maal geeft de componist aanwijzingen voor de registratie, zie de hier en daar tussen haakjes geplaatst cijfers 16’ en 8’. Het gebruik van mixturen en andere hoge vulstemmen moet worden vermeden. Een enkel zacht geïntoneerd tongwerk kan wel eens op zijn plaats zijn.

In dit artikel zijn een aantal korte muziekvoorbeelden afgedrukt ter illustratie. Zij geven een indruk van de muzikale sfeer en de gemiddelde moeilijkheidsgraad van de stukken. Persoonlijk speel ik deze muziek nogal eens tijdens een uitvaartliturgie omdat de stukken zich hiervoor uitstekend lenen. Dat neemt niet weg dat ook in andersoortige diensten de muziek op zijn plaats kan zijn. Een ieder beoordele dat persoonlijk.

Heures Mystiques 5