Gedachten bij een lied: ‘Uit uw hemel zonder grenzen’

In dit ‘edel brabants land’ woont een componist die, naast toppers als Hertog Jan en Dubbele Jan, een groot aantal melodieën heeft geschreven, waarmee wij onze liturgische vieringen kunnen aankleden en opluisteren. Dan doel ik naast de Markusmis op vele andere mogelijkheden. Je kunt met zijn melodieën een viering openen, maar eveneens afsluiten; je kunt op zijn melodieën je schuld belijden, het eucharistisch gebed inluiden en het Onze Vader zingen. Deze rijkdom aan mogelijkheden en nog zoveel meer (wie kent niet ‘Niemand leeft voor zichzelf’) staat op naam van Pastoor Floris v.d. Putt, de vroegere seminarieleraar en als Cantor van de Bossche Sint Jan de voorganger van Maurice Pirenne.

Jubilate 21, 3 (september 1988)

Th. Klaus

Op zijn lied ‘Uit de hemel zonder grenzen’ is deze keer mijn keus gevallen. De tekst daarvan is gedicht door Huub Oosterhuis. Een tekst zo geladen, zo vol beelden, dat, ook al gebruiken we dit lied vele malen, we er steeds weer nieuwe gedachten, nieuw voedsel uit kunnen opdiepen. Ik zet voor U wat woorden, wat gedachten, naast elkaar:

tastend en weerloos
als een kind, als een schaduw, als een nacht.

Maar ook:

als een vuur, als een ster, als een bron, als een woord.

Naast:

als een mens in de woestijn

komen we tegen:

als een pijn die ons geneest

en

als een nieuw begin van leven.

Het mysterie van God en Mens wordt in allerlei beelden over ons uitgestort. Een wondervolle tekst. Te vol om in een keer te verwerken. Gelukkig maar! Want spaar ons voor de vieringen met de lege ulevellen-teksten.

Bij zo’n tekst een melodie schrijven is geen eenvoudige opgave en het getuigt van vakmanschap en inspiratie daarin te slagen. Ik meen te mogen zeggen dat Floris v.d. Putt ook deze keer een goede inval heeft gehad. De melodie bestaat uit twee zinnen. De eerste buigt zich naar beneden om rustig op te klimmen naar de mediant. De tweede zin begeeft zich naar een iets hogere reciteertoon en keert via een kleine waaier terug naar de grondtoon.

Een heel eenvoudige en rustige melodie dus, geheel syllabisch met één uitzondering nl. in de voorlaatste maat. Daar treffen we plotseling op één lettergreep een groepje noten aan. Deze doorbraak veroorzaakt een haast tastbare geladenheid. Een vondst! Dat u bij een dergelijke melodie zeker geen losse noten moet gaan zingen, dat weet U. Ook weet U dat U de melodie spankracht mee moet geven. De melodie moet gaan leven op Uw ademstroom. Maak geen verkeerde klemtonen en maak noten niet te lang of te kort. Maar… n.a.v. dit lied wil ik graag nog een paar gedachten kwijt over tempo.

Iemand die zich bezig houdt met het op muziek zetten van teksten, in ons geval voor hedendaagse liturgische vieringen, zal, als hij zijn vak goed verstaat, zeer wel rekening houden met de dictie, de zegging, van een tekst. Het tempo van de compositie zal zodanig gekozen worden, dat aan de tekst recht wordt gedaan.

Hebben we dus een geladen tekst, zoals hierboven, dan zullen we een niet te snel tempo mogen nemen. Niet te snel, maar ook niet te langzaam. De gulden middenweg. Ga daar maar aan staan als dirigent. En toch is dat gekozen tempo heel essentieel. Een melodie kan er door ontkracht worden, maar er ook glans door krijgen. In de praktijk komen we nogal eens een ‘slecht gekozen’ tempo tegen. (Als het gekozen is). Neem als dirigent, thuis en ruim van te voren, de tekst en de melodie goed in U op. Laat het geheel rijpen. Niet denken: het is maar een liedje, dat gaat zo wel. Daarmee begint de ellende al.

Laat de organist in zijn inleidend spel ook duidelijk zijn. Niet zomaar wat ‘noten friemelen’. Hoe krijgen koor en volk dan een duidelijk beeld van het tempo. Ook daarvoor is de dirigent de eerst verantwoordelijke.

En maak er zeker nooit een hardloopwedstrijd van tussen koor en volk. Er is niets zo hinderlijk als een voortjakkerend koor. Voorkom ergernissen tijdens een viering. Draai U als dirigent ook eens naar het goedwillend kerkvolk. Geef ook hen leiding. “Ja maar… die mensen in de kerk, die…”. Zeker waar, maar niet alles tegelijk. Zorg eerst voor dat verantwoorde tempo. Het is de moeite waard.