Het eucharistisch gebed: deelname van de gelovigen

Traditie

Vanouds werd het stil, als de priester de prefatie had gezongen en het sanctus had geklonken. Men knielde onder het eucharistisch gebed en werd extra eerbiedig voor het moment dat Christus’ komen in de viering realiteit werd. Voor sommigen wekt het nu de indruk dat die stilte en attentie voor wat aan het altaar gebeurt de aandacht wat doet verslappen, de levendigheid van de viering wat doet inzakken. Vanuit die gedachte is men ertoe gekomen om sommige gedeelten van het eucharistisch gebed met alle aanwezigen samen te zeggen.

fr. Nico Wesselingh o.s.b.

Jubilate 31, 3 (september 1998)

We weten dat dat eigenlijk niet de bedoeling is. Het hogepriesterlijk gebed komt aan de priester toe, volgens de liturgische richtlijnen. Dat brengt een soort dilemma mee. Is er dan werkelijk geen enkele deelname aan dit gebed door de gelovigen? Kunnen we daar een redelijke oplossing voor vinden?

Acclamaties

Om te beginnen moeten we die momenten in het eucharistisch gebed die juist speciaal voor de gelovigen zijn bestemd niet verwaarlozen. Dat zijn met name het heilig en de acclamatie na de consecratie. Ja, ook het heilig is een onderdeel van het eucharistisch gebed. Want ook de prefatie behoort daartoe. Deze twee, het heilig en de acclamatie na de consecratie zouden altijd gezongen moeten worden. De zang heft hier de deelname op tot een klankrijk en kleurrijk element. In de hoeveelheid gesproken woorden door de priester (wie zingt zo nu en dan het eucharistisch gebed, geheel of ten dele?) geven deze gezongen woorden een apart cachet.

Voor velen is dat niet genoeg, en men wil de hier en daar gegroeide praktijk van het meezeggen van een gedeelte van het eucharistisch gebed niet loslaten. Jammer, want er zijn andere, betere mogelijkheden.

Interjecties

In plaats van een gedeelte van de tekst die voor de priester is bestemd door de gelovigen te laten zeggen, kan men de tekst onderbreken door een gezongen acclamatie. En die acclamatie een aantal keren herhalen. Cantor of koor kan die acclamatie (de eerste keer) voorzingen, en de gemeenschap herhaalt dat. Als u denkt dat hiermede iets nieuws wordt ingevoerd, dan vergist u zich. Kijk eens in GvL onder de nummers 735 tot 737. Daar staan drie eucharistische gebeden voor kinderen, door Rome goedgekeurd, met acclamaties. En de meeste van die acclamaties zijn getoonzet. Onmiddellijk bruikbaar. En sommigen zijn goed geschikt voor volwassenen. Een goede acclamatie hoeft niet strijdig te zijn met het karakter van het eucharistisch gebed. Integendeel. Als op de goede plaatsten de priester het gebed onderbreekt (goed die plaatsen kiezen, en goed afspreken met de celebrerende priester) zou men dit inspirerende tussenvoegsels, interjecties kunnen noemen. Men tast hiermee niet het eucharistisch gebed aan, men voegt er iets zinnigs aan toe.

Welke?

Zijn alle acclamaties voor dit doel bruikbaar? Volgens mij niet. Er moet gekeken worden naar de tekst vooral. Eucharistie betekent: dank brengen, Gods goedheid voor ons bezingen. Daar moet de tekst bij aansluiten. Bidden om barmhartigheid en vergeving lijkt me daar niet juist. De teksten moeten iets jubelends hebben. Zo zou b.v. een halleluja-keervers goed kunnen dienen. Vooral in de paastijd. Wie in GvL kijkt onder nummers 240 tot 260 vindt er ruime keus. (Op deze plaats alleen het refrein, niet het vers zingen). Maar onze onvolprezen GvL geeft nog vele andere, naar ik vermoed nog te weinig gebruikte mogelijkheden.

Tussen 301 a en 310 e (in de nieuwe uitgave van 1996) staan maar liefst vijftien acclamaties voor onder het eucharistisch gebed vermeld. Daar moet dan wel een onderscheid gemaakt worden, want sommigen zijn bedoeld als acclamatie na de consecratie (Als wij dan eten… etc.). En die zouden eigenlijk voor dat moment bewaard moeten worden. Maar daarnaast zijn er goed bruikbare. Bij voorbeeld: 301a, 307 en 310a.

En wie daarmee nog niet zijn keuze kan maken, zij gewezen op de acclamaties die staan onder de nummers 391 tot 400 b, met name 391 en 393.

En wie het onderste uit de onvolprezen (nieuwe) GVL wil halen, kan ook nog terecht bij de Psalmen. Heel geschikt zijn de beide keerverzen bij Psalm 8: Heer onze Heer… Of de drie keerverzen bij Psalm 23: De Heer is mijn herder. Ook Psalm 50 geeft een goede mogelijkheid: Dankbaarheid zij uw offer aan God… En tussen Psalm 145 en 150 is nog het een en ander te vinden.

De conclusie zal eenvoudig zijn: niemand moet nog menen dat er geen mogelijkheden zijn voor acclamaties tijdens het eucharistisch gebed. Doorbreek het alsmaar spreken met een levendige tekst en melodie. Het zal de hele viering ten goede komen. Misschien een raad: begin met een of enkele acclamaties. Laat de mensen eraan wennen. Na verloop van tijd kan men het aantal uitbreiden, en voor de sterke tijden eigen acclamaties nemen.