De ‘Petite Messe solennelle’ van Hayo Boerema

Vierstemmigheid bij onze kerkkoren wordt een zeldzaamheid. Gebrek aan mankracht, vooral bij de tenoren, noopt vele koordirigenten tot verandering van de koorstrategie. Maar dat elk nadeel ook ‘zijn voordeel heeft’ blijkt uit de vele nieuwe composities: uitgeverij Annie Bank en anderen doen hun uiterste best om ons te helpen met werken voor drie ongelijke stemmen, zodat de tenor- en baspartij oplossen in één mannenstem, waardoor voorlopig een groot probleem wordt opgelost.


Lambert van Eekelen

Ook het muziekinstituut van de St. Lambertuskerk te Rotterdam-Kralingen houdt zich hier intensief mee bezig. Het gaf opdracht aan diverse componisten om Ordinaria (Missen) voor drie ongelijke stemmen te scheppen. Componisten als Bartelink, Koevoets en Boerema werden daarvoor uitgenodigd.

Ondergetekende bestelde de Petite Messe Solennelle voor driestemmig koor en orgel van Hayo Boerema. Een korte analyse van deze indrukwekkende mis. De mis is gecomponeerd door een ‘topman’ uit de protestantse kerkmuziek: Boerema is hoofdorganist van de Rotterdamse Laurenskerk en dus de vaste bespeler van Nederlands grootste orgel. Als organist zeer bekwaam blijkt hij ook een voortreffelijk componist te zijn. Eerst even de achtergrond van deze Mis.

Het idee van hem voor deze mis komt vanuit de Parijse Notre Dame: Het is daar de gewoonte, dat er een ‘dialoog’ plaatsvindt tussen het koor, dat opgesteld staat op het priesterkoor en het grote orgel dat zich bevindt tegen de westgevel van de kathedraal. Dit enorme instrument met zijn 5 manualen en 110 registers begeleidt het koor niet — dat doet namelijk de ‘koororganist’ op het koororgel — maar het verrijkt de gezongen mis met solistische momenten, waarbij het tutti van het orgel niet geschuwd wordt. Ik verzeker u: er kunnen grote hoeveelheden decibellen uit komen, het geheel klinkt zeer indrukwekkend. Componisten als Louis Vierne en Charles Marie Widor schreven zulke ordinaria voor ‘kathedraal gebruik’.

Boerema doet dat ook, alleen hoeft u geen tweede orgel te hebben, maar wel een, dat niet te klein is, en de organist moet wel enige vaardigheid hebben, want de orgelpartij is niet eenvoudig. Dus studeren maar.

De koorpartijen zijn niet echt moeilijk, zodat een gewoon parochieel zangkoor wel in staat is deze mis uit te voeren. Het Kyrie en Agnus Dei hebben veel raakvlakken, wat de studie vergemakkelijkt: een prachtig begin voor het volle orgel wordt onmiddellijk gevolgd door een driestemmig mystiek gezongen Kyrie. Het Christe is sterk canonisch. In het Gloria hoort men zeer beweeglijke achtste noten, die zeer feestelijk klinken. Ook het orgel speelt weer een grote rol. Het Sanctus heeft de zelfde strekking als het Gloria: koorstemmen met beweging en stevige orgelaccoorden. Het Agnus Dei klinkt heel mystiek, en wordt met diverse strijkregisters (Gambe, Voix Celeste, Salicional) begeleid.

Een beetje jammer is, dat de damesstemmen vrij laag blijven en maar in enkele gevallen een hoge e en slechts een keer een hoge f mogen zingen. Maar misschien vindt u dat juist fijn. Ook een beetje vreemd is, dat ik drukfouten ontdekte in het derde Kyrie en de componist daarover belde, die dat toegaf; een correctie kwam pas een half jaar later. Hopelijk zijn de partituren inmiddels aangepast.

Het geheel klinkt gematigd modern; uw koor zal er wel even aan moeten wennen, maar tijdens de studie wordt men wel enthousiast. Ook zou ik van tevoren de gemeenschap inlichten, dat de organist soms ‘hard’ speelt, maar dat vereist de partituur nu eenmaal. Als uw koor eens echt wat anders wil, en toch een ‘pontificale’ mis wil zingen, dan is deze misschien een goede keuze. Nadere inlichtingen via het muziekinstituut van de Rotterdamse St. Lambertuskerk.

Getagd , .