De jaarlijkse stembeurt van het orgel

Verschenen in Jubilate 16–2 (april 1983)

Flip Veldmans

‘We slaan dit jaar de stembeurt maar eens over’ hoor ik een pastor wel eens zeggen. ‘Is dat wel goed voor het orgel’ zegt dan de organist op zijn beurt.

Wanneer er een kwalitatief uitstekend instrument gebouwd is met goed pijpwerk, en de stemming in een jaar tijd weinig verloopt, kan de stembeurt wel eens een jaartje overgeslagen worden. Ook de legering van het pijpwerk (hoog tin- of loodgehalte) en de (hete-lucht) verwarming speelt hierbij een rol. Maar in de vele gevallen waar in onze kerken electro-pneumatische orgels van mindere kwaliteit zich bevinden is de jaarlijkse stembeurt onontbeerlijk wil men het instrument steeds zo optimaal mogelijk tot klank kunnen brengen.

Wanneer het orgel regelmatig gestemd wordt zijn de ontstemmingen ook geringer, de stemmer kan met minder stemtijd volstaan (kostenbesparend!) en de stemming ‘zet zich beter‘.

Wat is de beste periode van het jaar om een stembeurt uit te laten voeren? Dit is gedeeltelijk afhankelijk van plaatselijke omstandigheden, maar in vele gevallen kan dit het beste geschieden wanneer de verwarming niet meer gebruikt wordt, globaal genomen van mei tot en met september. Een stembeurt bijv. vlak voor Kerstmis of Pasen heeft vaak geen zin en is meestal weggegooid geld, omdat er in deze perioden geen constante temperatuur in de kerk heerst. Immers de verwarming gaat werken wanneer de temperatuur onder een ingesteld niveau komt, slaat daarna af waarna de temperatuur nog wat nastijgt en de afkoeling weer intreedt. Er is dus een voortdurende temperatuurschommeling. In andere gevallen waar de verwarming door de week afstaat is de temperatuur voor een goede stembeurt veel te laag. Orgelbouwers c.q. orgelstemmers zouden eigenlijk zo verstandig moeten zijn deze ‘kerst’- of ‘paas’stemming aan het kerkbestuur te ontraden. Maar denken zij niet vaak: de klant is koning? (oftewel dan heeft mijn stemmer ook werk!).

Nu we het toch over de orgelbouwer hebben, ik vind dat de nota’s nogal eens de pan uitrijzen. Dit komt gedeeltelijk omdat er van tevoren geen goede afspraken gemaakt worden. Laat bijv. geen twee personen komen maar zorg zelf voor een stemhulp. In de parochie zijn echt wel één of twee personen te vinden die bereid zijn de toetsen vast te houden. Dit bespaart al veel geld. Spreek ook het aantal stemdagen af (kleine instrumenten kunnen in een halve dag gemakkelijk gestemd worden, een orgeltje met drie registers moet in twee uren gestemd kunnen worden). Hierbij ga ik wel van een regelmatige beurt uit zonder al te grote ontstemmingen. Bespreek met de orgelbouwer ook de mogelijkheid van het stemmen van verschillende orgel op één dag in de regio. Reiskosten kunnen dan gedeeld worden. Wanneer deze zaken van tevoren goed afgesproken worden hoeft de rekening niet zo hoog uit te vallen. Dit is eveneens in het belang van de orgelbouwer zelf.

Als laatste punt moet de plaatselijke organist proberen tijdens de stembeurt zijn gezicht even te laten zien. Speciale wensen kunnen dan met de stemmer besproken worden. Mijn ervaring is dat persoonlijk contact een reden des te meer is voor de orgelstemmer een goede stemming achter te laten (letterlijk en figuurlijk).

Laten we proberen ons orgelbezit zo goed mogelijk te onderhouden, een regelmatige stembeurt is hierbij onontbeerlijk. Tenslotte kunnen de gezangen en orgelklanken ter-ere-Gods toch niet zuiver genoeg linken?